Raads­vragen: EU Climate Mission: Impos­sible?


Gesteld met Volt

Indiendatum: 12 apr. 2024


Inleiding

Eerder dit jaar kwam het College van B&W met het spijtige bericht ‘pas op de plaats’ te maken voor de EU-Klimaatmissie waar Eindhoven en Helmond zich als duostad hadden opgegeven. Na een set raadsvragen, technische vragen en vragen aan NetZeroCities zelf blijven er nog een paar vragen open.

Nu blijkt dat onze inzending, zoals de angst al was tijdens de raadsvergadering hierover, niet voldeed aan de formats die NetZeroCities handhaaft. En in plaats van stappen te zetten om onze inzending te verbeteren gaan we pas op de plaats maken. Zo krijgen we geen ‘Mission Label’ en wordt het ook moeilijker om te profiteren van de subsidiemogelijkheden die er volgens NetZeroCities zijn.

Het geeft het gevoel dat bij de eerste tegenslag het college meteen opgeeft. De klimaatcrisis is geen Eindhovense crisis, geen Nederlandse crisis maar een wereldwijde. Daarom moeten we zo breed als mogelijk samenwerken. Deze Europese missie is daar een mooi voorbeeld van en zouden we niet zomaar links moeten laten liggen.

Dat leidt bij de fracties Volt en PvdD tot de volgende vragen:

Raadsvragen

  • Is het college bereid de gespreksverslagen met NetZeroCities openbaar maken of naar de raad toesturen?
  • Toen de wethouder het nieuws om pas op de plaats te maken met de EU-Klimaatmissie met de raad deelde zei hij dat een van de redenen het gebrek aan financiële steun vanuit de EU was. Waar werd hier precies op gedoeld? Komt NetZeroCities met te weinig geld over de brug?
    • Waarom was dit niet aantrekkelijk (genoeg)?
  • In bredere zin, hoe zien de financiële mogelijkheden eruit die NetZeroCities zou kunnen aanbieden?

De vereisten waren voor deelname aan de EU-Klimaatmissie onder andere waaronder een Actieplan en een Investeringsplan. Toch heeft Eindhoven samen met Helmond eigenlijk alleen met alle stakeholders gesproken wat heeft geleid tot een heel mooi document, maar dat document voldoet niet aan de vereisten van deelname van de NetZeroCities.

  • Kan het college de afweging om af te wijken van de templates van NetZeroCities verder uitleggen?
  • Wat waren de verwachtingen van het college met betrekking de reactie op het ingediende Klimaatcontract?

Wetende dat pas op de plaats maken betekent dat we de komende tijd geen Mission Label zullen krijgen en dus ook geen toegang krijgen tot het netwerk en subsidiemogelijkheden die daarbij komen kijken.

  • Hoeveel heeft Klimaatcontract gekost om op te stellen?
  • Is het college het eens met Volt en PvdD dat het zonde is dat dit geld is uitgegeven om vervolgens pas op de plaats te maken wanneer we teruggekoppeld krijgen dat we extra werk moeten maken om te voldoen van de vereisten om mee te doen met deze missie?
  • Volt en PvdD zien graag dat Eindhoven samen met Helmond op korte termijn (vóór het zomerreces) alsnog begint aan het vereiste werk om in aanmerking te komen met de Mission Label. Hoe staat het college hier tegenover?
  • Stel Helmond besluit zich volledig terug te trekken, is er dan een mogelijkheid dat Eindhoven in plaats van duostad met Helmond solo doorgaat met de klimaatmissie?

Indiendatum: 12 apr. 2024
Antwoorddatum: 21 mei 2024

1. Is het college bereid de gespreksverslagen met NetZeroCities openbaar maken of naar de raad toesturen?

De overleggen met NetZeroCities betroffen voornamelijk ambtelijke werksessies. Daar zijn in veel gevallen geen verslagen van opgemaakt en vastgesteld. Wel zijn er van de meeste gesprekken terugkoppelingen per mail opgesteld. Indien gewenst kan een afspraak gemaakt worden om deze gegevens in te zien.

2. Toen de wethouder het nieuws om pas op de plaats te maken met de EUKlimaatmissie met de raad deelde zei hij dat een van de redenen het gebrek aanfinanciële steun vanuit de EU was. Waar werd hier precies op gedoeld? Komt NetZeroCities met te weinig geld over de brug?

Het college heeft altijd op het standpunt gestaan dat de ambitie van de missie, een versnelling richting een klimaatneutrale stad in 2030, alleen haalbaar is indien Europa en Rijk ook meedoen. Niet alleen in de vorm van regulering en het bieden van experimenteerruimte, ook in de vorm van medefinanciering van de versnelling. Dit is ook expliciet benoemt in het raadsvoorstel ‘deelname EU-missie 100 Klimaatneutrale en Slimme Steden’ (23bst00935): „Een bijdrage van rijk en Europa zien we als cruciaal om 2030 en de benodigde versnelling te behalen. Daarom dienen we het klimaatcontract nu in bij de Europese Commissie en vragen we bij het Rijk en EU ook concrete steun voor de uitgesproken versnellingsambitie. Het betreft dan nieuwe
financieringsvormen, financiële ondersteuning en aanpassing van regels, kaders en wetgeving. Veel doorbraken vragen om transitie die op dit moment niet passen binnen bestaande afspraken en wetgeving. Hiervoor is experimenteerruimte nodig omdat wijziging van wetgeving te veel tijd vergt. We zien de toezegging van deze steun als voorwaarde voor onze eigen inzet. We willen, net zoals we in de twee steden een gezamenlijk proces hebben georganiseerd voor het ophalen van commitment, ook met Europa de dialoog aangaan over het vormgeven van onze ambitie. We nodigen hen uit om te reflecteren op het in de steden vormgegeven proces en de daaruit volgende plannen. De huidige indiening is dan ook niet het eindstation.”

Ten tijde van de introductie van de missie werd financiële ondersteuning vanuit Europa ook in het vooruitzicht gesteld. Op 16 december 2021 schreef de Europese Commissie in een Q&A omtrent de missie nog: „the Mission also foresees the creation of a Mission label (assigned at the signature of the CCC) that would recognize the quality and feasibility of the commitments taken by the city and unlock additional financial opportunities at the European and national levels.” Dat gestelde vooruitzicht is in de hierop volgende jaren echter niet ingelost. In januari 2024 schrijft de commissie in een communiqué over de missie het volgende: „Er moet echter worden opgemerkt dat de toekenning van het label geen goedkeuring door de Commissie inhoudt van specifieke projecten of maatregelen die in het Stedelijk Klimaatcontract zijn opgenomen en niet vooruitloopt op toekomstige besluiten over steun aan projecten die in het Stedelijk
Klimaatcontract zijn opgenomen uit de EU-begroting, noch over financiering door de Europese Investeringsbank.” Ook een bestuurlijk gesprek met de vice-directeur generaal milieu van de Europese Commissie gaf geen concreet perspectief op de beschikbaarheid van middelen vanuit Europa. Dit stond in de ogen van het college ver verwijderd van de gewenste dialoog met Europa over het gezamenlijk vorm geven aan de versnellingsambitie was daarmee in de ogen van het college geen sprake.

3. Waarom was dit niet aantrekkelijk (genoeg)?

Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel ‘Raadsvoorstel deelname EU-missie
100 Klimaatneutrale en Slimme Steden’ op 20 september 2023 is door de VVD de
motie Brussels Wachtgeld ingediend, waarin het college werd gevraagd om de raad te
informeren over de concreet vanuit Europa toegezegde middelen met betrekking tot de
klimaatmissie. Naar aanleiding van de motie heeft de wethouder toegezegd de raad
hierover voor de zomer te informeren en heeft hij opnieuw herhaald dat zonder
financiering vanuit rijk en EU de ambitie om klimaatneutraal te zijn niet is waar te
maken. Indien de EU niet over de brug komt met financiën, zo is tijdens deze
vergadering aangegeven, wil het college de energie die is losgekomen in het traject
vasthouden voor het bereiken van de doelstellingen uit de Klimaatverordening 2016.
Op basis van het communiqué van de Europese Commissie van januari 2024 en het
daaropvolgende bestuurlijke gesprek beoordeelde het college het vooruitzicht op
Europese middelen als onvoldoende concreet, waarop besloten is een pas op de
plaats te maken en geen gebruik te maken van het indieningsmoment in maart.

4. In bredere zin, hoe zien de financiële mogelijkheden eruit die NetZeroCities zou
kunnen aanbieden?

Vanuit NZC wordt geen financiering aangeboden. Vanuit de commissie is aangegeven
dat een klimaatlabel kan bijdragen aan een positief oordeel op andere opengestelde
calls rondom klimaatbeleid. Inmiddels wordt ook gewerkt aan investeringsmiddelen via
de EIB. De voorwaarden hiervoor zijn echter op dit moment nog niet uitgewerkt.

5. Kan het college de afweging om af te wijken van de templates van NetZeroCities
verder uitleggen?

Het college is vanaf de start van dit traject van mening dat het gesprek met de
betrokken partijen en bewoners van de stad de basis moet vormen van de missie. Om
doorbraken te identificeren die leiden tot het sneller realiseren van de
klimaatdoelstellingen, zijn immers nieuwe samenwerkingsvormen nodig die zich in de
stad moeten materialiseren. Uit de gesprekken in de stadslabs en de
klimaatconferenties volgden vier schaalniveaus waarop integraal gewerkt moet worden
aan klimaatneutraliteit: een vitale binnenstad, leefbare wijken, bestendige bedrijvigheid
en de robuuste regio. Hierbinnen zij 22 missies benoemd, met daaronder een
verscheidenheid aan projecten die bijdragen aan één of meer van deze missies.
Aangezien de betrokken partijen in de twee steden had gekozen voor een meer
integrale benadering, hebben Eindhoven en Helmond bij de verdere uitwerking aan
deze indeling vastgehouden. Hier was inhoudelijk vanuit NZC ook waardering voor, al
sloot het niet aan bij de indieningsvereisten. Inmiddels heeft NZC, naar aanleiding van
reacties uit meerdere steden, waaronder Eindhoven-Helmond, aangeven de formats minder strikt te hanteren en expertise beschikbaar te stellen voor het uitwerken van
een investeringsplan passend bij onze integrale benadering.

6. Wat waren de verwachtingen van het college met betrekking de reactie op het
ingediende Klimaatcontract?

Het college was content met de uitgesproken waardering voor het contract en het in de
stad gevolgde proces. Dit positieve oordeel blijkt ook uit de ondersteuning die nu wordt
aangeboden voor het uitwerken van een investeringsplan dat past bij onze integrale
benadering.

7. Hoeveel heeft Klimaatcontract gekost om op te stellen?

Aan het opstellen van het stedelijk klimaatcontract met actieplan en investeringsplan
en de daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals projectleiding,
stakeholdermanagement en contact met andere missiesteden, is vanaf de start medio
2022 door de twee steden samen € 220.000 euro besteed. De kosten van het
organiseren van het proces met de steden zijn hierbij niet inbegrepen.

8. Is het college het eens met Volt en PvdD dat het zonde is dat dit geld is uitgegeven om
vervolgens pas op de plaats te maken wanneer we teruggekoppeld krijgen dat we
extra werk moeten maken om te voldoen van de vereisten om mee te doen met deze
missie?

De aanname van de vragensteller dat de indieningsvereisten de reden zijn om een pas
op de plaats te maken, is onjuist. Het college heeft een pas op de plaats gemaakt
omdat op dat moment vanuit de kant van de commissie onvoldoende helderheid
bestond over de extra ondersteuning die gepaard gaat met het verkrijgen van het
klimaatlabel. Zonder aanvullende steun is de ambitie richting klimaatneutraliteit in 2030
onhaalbaar. Daarmee zou deze ambitie betekenisloos worden en hier past het college
voor. Het college baseert de beslissing om al dan niet op een toekomstig moment in te
dienen niet op de verzonken kosten (de hoeveelheid werk die reeds verzet is), maar
op de afweging of de inspanningen die nog verricht moeten worden, materieel gaan
bijdragen aan versnelling van de klimaatdoelen.

9. Volt en PvdD zien graag dat Eindhoven samen met Helmond op korte termijn (vóór het
zomerreces) alsnog begint aan het vereiste werk om in aanmerking te komen met de
Mission Label. Hoe staat het college hier tegenover?

Het college zal dit samen met Helmond overwegen, wanneer vanuit de kant van de
Europese Commissie helderheid gegeven wordt over de concrete wijze waarop het
label zal bijdragen aan het sneller bereiken van klimaatneutraliteit in de beide steden. Het college zal de raad daar dan over informeren. Het 2030-doel zal in zo’n geval
echter wel worden losgelaten. Het is binnen de bestaande kaders niet langer reëel om
te veronderstellen dat het reduceren van de CO₂-uitstoot tot 20% van het niveau van
1990 in 2030 op stadsniveau te realiseren is.

10. Stel Helmond besluit zich volledig terug te trekken, is er dan een mogelijkheid dat
Eindhoven in plaats van duostad met Helmond solo doorgaat met de klimaatmissie?

Indiening door één van de beide steden is niet aan de orde. Het college wenst dan ook
niet te speculeren over de mogelijke uitkomst van een gesprek met de Europese
Commissie over een aanpassing van de gezamenlijke kandidatuur.

Interessant voor jou

Rondvraag: In mei leggen deze vogels wellicht geen ei

Lees verder

Raadsvragen: Duurzaam vliegen bestaat niet

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer