Raads­vragen: Publieke functies en reli­gieuze uitingen: kunnen we daarover in gesprek?


Gesteld met PvdA en Groen­Links

Indiendatum: 26 mrt. 2024

Landelijk zien wij dat er een maatschappelijk debat op gang is gekomen rondom het wel of niet toestaan van geloofsuitingen bij toezicht en handhaving, met name bij boa's. Verschillende steden hebben besloten religieuze uitingen toe te staan, terwijl demissionair justitieminister Dilan Yesilgöz als reactie hierop en gesteund door een Kamermeerderheid, heeft aangekondigd te willen komen met een landelijke verbod. Op Studio040 lezen wij dat Eindhoven blijft bij het standpunt dat het dragen van religieuze uitingen, zoals een hoofddoek, keppel of tulband, niet is toegestaan voor boa’s. Maar wij vragen ons af of hier wel een zorgvuldige besluitvorming op heeft plaatsgevonden, gezien de recente ontwikkelingen. In navolging van Arnhem, Tilburg, Utrecht, Amsterdam en Den Haag, waar het dragen van religieuze uitingen wel wordt toegestaan, lijkt het ons een goed idee om ook in Eindhoven hier het maatschappelijke debat over aan te gaan.

1. Hoe ziet het college de mogelijke impact van een landelijk verbod op religieuze uitingen bij boa's op de lokale gemeenschap en de effectiviteit van het handhavingsbeleid?

2. Is er een actief besluit geweest om religieuze uitingen bij toezicht en handhaving niet toe te staan in de gemeente?

3. Wat zijn de argumenten voor en tegen het toestaan van religieuze uitingen bij toezicht en handhaving?

4. Ziet het college het verbieden van religieuze uitingen als een manier om neutraliteit te waarborgen in publieksfuncties? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

5. Begrijpt het college dat het dragen van religieuze uitingen voor een deel van onze inwoners als een onvervreemdbaar deel van hun identiteit wordt ervaren?

6. Is het college het met de Partij van de Arbeid, GroenLinks en Partij voor de Dieren eens dat met het mogelijk maken van het dragen van religieuze en levensbeschouwelijke uitingen wordt aangesloten bij de bestaande praktijk met betrekking tot andere publieksfuncties?

7. Heeft het college overwogen om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van diverse religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen om hun perspectief te horen over het toestaan van religieuze uitingen bij toezicht en handhaving door boa's?

8. Is het college het met de indieners eens dat het niet toestaan van deze geloofsuitingen het potentieel van bepaalde groepen, met name Islamitische vrouwen, onbenut laat en hen ontmoedigt om voor dit beroep te kiezen, gezien zij statistisch gezien de grootste groep vormen waarvoor dit geldt in Nederland?

9. Is het college bereid het standpunt omtrent religieuze uitingen bij boa's aan te passen? Waarom wel of niet?

Indiendatum: 26 mrt. 2024
Antwoorddatum: 7 mei 2024

1. Hoe ziet het college de mogelijke impact van een landelijk verbod op religieuze uitingen bij boa’s op de lokale gemeenschap en de effectiviteit van het handhavingsbeleid?

De minister van JenV heeft aangekondigd met een landelijk verbod op religieuze uitingen te komen voor boa’s, hoe dit wordt vormgegeven is op het moment van schrijven nog niks over bekend.1 Tot op heden is het zo dat de kledingvoorschriften worden bepaald door de werkgevers, zijnde de gemeenten.

2. Is er een actief besluit geweest om religieuze uitingen bij toezicht en handhaving niet toe te staan in de gemeente?

Nee, de gemeente Eindhoven heeft hier geen actief besluit op genomen. Omdat er bij de gemeente geen signalen bekend zijn van boa’s die behoefte hebben aan het dragen van religieuze uitingen tijdens hun werk, is er voor de gemeente nog geen aanleiding geweest om hierover een standpunt in te nemen. Naar het oordeel van het college is het onder voorwaarden die wij bij het antwoord op vraag 3 verder toelichten mogelijk voor boa’s om religieuze uitingen te dragen tijdens hun werk.

Daarbij merken wij op dat in 2023 een evaluatie is verricht door de VNG over het modeluniform van de boa.2 Uitgangspunt is dat het modeluniform, als richtlijn wordt gehanteerd, maar dat er ruimte is voor specifieke gemeentelijke wensen. De gemeente als werkgever is verantwoordelijk voor het uniform dat binnen de gemeente gedragen wordt. Een van de uitkomsten uit de evaluatie is dat er behoefte is aan richtlijnen voor geloofsuitingen bij, op of aan het uniform. Het huidige modeluniform kent hierover nog geen richtlijnen, het is nog steeds aan individuele gemeenten en daarmee het College om te bepalen hoe zij omgaan met

religieuze uitingen in relatie tot het uniform.3

3. Wat zijn de argumenten voor en tegen het toestaan van religieuze uitingen bij toezicht en handhaving?

In 2022 heeft de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) een richtlijn vastgesteld over ‘lifestyle neutraliteit boa’s’.4 De richtlijn is binnen de huidige rollenverdeling niet afdwingbaar door de minister van JenV, maar geeft wel uitwerking aan de moties zoals aangenomen door de Tweede Kamer. De invulling die boa-werkgevers, zoals de gemeente, aan de richtlijn geven is wel afdwingbaar. Boa-werkgevers mogen en kunnen regels stellen om de neutraliteit en gezagsuitstraling van boa’s te waarborgen

De richtlijn stelt:
“De buitengewoon opsporingsambtenaar draagt, in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, ervoor zorg dat hij, in contacten met het publiek, in ieder geval afstand neemt van de volgende uitingen:
- zichtbare uiting(en) van (levens-)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging, vereniging of andere vorm van lifestyle, die afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar.
- De werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze richtlijn.”

De vraag die dus voorligt op basis van deze richtlijn is; wanneer doen religieuze uitingen afbreuk aan de gezagsuitstraling, neutraliteit of veiligheid van de boa? Naar het oordeel van het College doen religieuze uitingen geen afbreuk aan de gezagsuitstraling en neutraliteit van boa’s, en doen religieuze uitingen ook geen afbreuk aan de veiligheid onder bepaalde voorwaarden. Wij lichten dit hieronder verder toe;

Gezagsuitstraling
Het boa uniform geeft een duidelijke boodschap af; ik treed op namens de overheid en ben opgeleid en bevoegd om de wet te handhaven. Daarbij is het boa-insigne het kenmerk waaraan het publiek kan herkennen dat de boa bijzondere bevoegdheden heeft, zoals boetes uitschrijven en verdachten aanhouden.5 Dit insigne is altijd hetzelfde en wordt op verzoek van de werkgever verstrekt door de dienst Justis van het Ministerie van JenV.

Daarnaast is de mate waarin een boa gezag uitstraalt ook sterk afhankelijk van hoe de boa inwoners benaderd. Iedere boa dient te voldoen aan wettelijk vastgestelde bekwaamheidseisen, waaronder gespreks- en benaderingstechnieken. Boa’s zijn wettelijk verplicht zich hierin permanent te her-en bijscholen (phb) om hun akte van opsporingsbevoegdheid te behouden. Iedere boa, ongeacht zijn of haar voorkomen, is dus getraind en opgeleid om met behoud van gezag inwoners aan te spreken of te bekeuren. Een religieuze uiting doet daarmee niet af aan de gezagsuitstraling van de boa.

Neutraliteit
I
edere ambtenaar legt een eed of belofte af waarin deze onder andere belooft “de Koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen” en “iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect” te behandelen.6 Hieruit komt naar voren dat alle ambtenaren, waaronder boa’s, hebben gezworen iedere burger neutraal te benaderen, ongeacht hun eigen overtuigingen of die van de burger.

Daarbij is door de wetgever nadrukkelijk de mogelijkheid gecreëerd om de eed af te leggen door te verklaren “Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig”.7 Hiermee is het dan ook mogelijk voor ambtenaren om op basis van hun eigen religieuze overtuigingen te verklaren dat zij neutraal zullen optreden. Een religieuze uiting doet daarmee niet af aan de neutraliteit van de boa.

Overigens, andere ambtenaren werkzaam voor de gemeente Eindhoven mogen tijdens hun werkzaamheden uiting geven aan hun religie, ook als zij publieksfuncties vervullen bijvoorbeeld aan de balies van het stadhuis of als niet-geüniformeerde toezichthouder of handhaver op het terrein van bijvoorbeeld wonen, milieu of veiligheid.

Veiligheid
Het dragen van religieuze uitingen door boa’s tijdens hun werk kan op twee verschillende wijze afbreuk doen aan hun veiligheid. De eerste wijze is dat de religieuze uiting door een burger niet wordt geaccepteerd. Een burger kan denken dat hij wordt aangesproken of bekeurd vanwege zijn/haar eigen huidskleur of herkomst of religie. Of vanwege de huidskleur, herkomst of religie van de boa. Dit kan, in uitzonderlijke situaties, leiden tot een onveilige situatie voor de boa zelf, bijvoorbeeld als deze agressief wordt bejegend door een burger.

Tegelijkertijd zijn boa’s opgeleid, getraind en uitgerust om op te treden in een minimale gevaarzetting en om te gaan met veiligheidsrisico’s. Een onheuse bejegening door burgers van een boa die een religieuze uiting doet die past binnen de hierboven beschreven kaders van gezagsuitstraling en neutraliteit, dient niet per
definitie te betekenen dat de boa moet afzien van elke religieuze uiting. Naar het oordeel van het College kan bovenstaande dan ook geen argument zijn om boa’s te beletten religieuze uitingen te dragen tijdens hun werk.

De tweede wijze waarop een religieuze uiting afbreuk kan doen aan de veiligheid van de boa is dat deze niet voldoet aan de gestelde veiligheidsnormen voor het door gemeente uitgegeven uniform. Deze veiligheidsrisico’s zijn te ondervangen door aan religieuze uitingen redelijke voorwaarden te stellen in de
kledingvoorschriften die gelden voor boa’s. Zo moet het kledingstuk voldoende brandwerend zijn, geen gevaar op verstikking opleveren, en een representatieve uitstraling hebben in een effen kleur passend bij het uniform.

Ervaringen andere landen en gemeenten
Er is navraag gedaan bij andere gemeenten die het dragen van religieuze uitingen door boa’s expliciet mogelijk hebben gemaakt. Deze gemeenten geven aan dat zich daar nog geen boa’s hebben gemeld die een religieuze uiting willen dragen bij hun uniform. Er zijn dus nog geen praktijk ervaringen opgedaan in Nederland.

Op basis van ervaringen in andere landen zoals Canada en het Verenigd Koninkrijk, waar het politie-uniform is ontworpen met bijpassende hoofddoek, tulband of keppel, blijkt dat dit geen problemen lijkt op te leveren voor het gezag of de neutraliteit van deze agenten.8

Resumerend, naar het oordeel van het College doen religieuze uitingen geen afbreuk aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van boa’s, indien voldaan wordt aan redelijke kledingvoorschriften in het belang van de eigen veiligheid van de boa. De gemeente Eindhoven gaat in navolging van andere
gemeenten de kledingvoorschriften voor boa’s verduidelijken zodat de voorwaarden helder zijn waaronder boa’s religieuze uitingen kunnen dragen tijdens hun werk.

4. Ziet het college het verbieden van religieuze uitingen als een manier om neutraliteit te waarborgen in publieksfuncties? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Nee, zie het antwoord op vraag 3 voor onze overwegingen.

5. Begrijpt het college dat het dragen van religieuze uitingen voor een deel van onze inwoners als een onvervreemdbaar deel van hun identiteit wordt ervaren?

Ja.

6. Is het college het met de Partij van de Arbeid, GroenLinks en Partij voor de Dieren eens dat met het mogelijk maken van het dragen van religieuze en levensbeschouwelijke uitingen wordt aangesloten bij de bestaande praktijk met betrekking tot andere publieksfuncties?

Ja, andere ambtenaren dan boa’s werkzaam voor de gemeente Eindhoven mogen tijdens hun werkzaamheden uiting geven aan hun religie, ook als zij publieksfuncties vervullen. Bij het mogelijk maken hiervan voor boa’s moet ook rekening worden gehouden met welk effect dit heeft op de veiligheid van de boa. Zie het antwoord op vraag 3 voor de overwegingen die hierbij van belang zijn.

7. Heeft het college overwogen om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van diverse religieuze en levensbeschouwelijke gemeenschappen om hun perspectief te horen over het toestaan van religieuze uitingen bij toezicht en handhaving door boa's?

Dit is tot op heden nog niet gebeurd en ons inziens niet nodig gelet op het besluit om de kledingvoorschriften voor boa’s te verduidelijken. Zie ook het antwoord op vraag 3. We zullen het hier geformuleerde beleid in het eerstvolgende overleg wel toelichten en zo nodig verder bespreken.

8. Is het college het met de indieners eens dat het niet toestaan van deze geloofsuitingen het potentieel van bepaalde groepen, met name Islamitische vrouwen, onbenut laat en hen ontmoedigt om voor dit beroep te kiezen, gezien zij statistisch gezien de grootste groep vormen waarvoor dit geldt in Nederland?

Wij erkennen dat een verbod op religieuze uitingen bij boa’s in de praktijk vooral vrouwen zou treffen die het dragen van een hoofddoek als een religieuze plicht zien. Een dergelijk verbod mag dan ook niet lichtzinnig worden ingesteld, aangezien het kan leiden tot indirecte discriminatie.

9. Is het college bereid het standpunt omtrent religieuze uitingen bij boa's aan te passen? Waarom wel of niet?

Zoals toegelicht bij vraag 2 is er geen actief besluit genomen om religieuze uitingen wel of niet toe te staan bij boa’s. Het is in die zin dan ook altijd al mogelijk geweest voor boa’s die behoefte hebben aan het dragen van religieuze uitingen om dit te doen tijdens hun werk, daarbij rekening houdend met de veiligheidsaspecten beschreven bij vraag 3. Omdat er tot op heden bij de gemeente geen signalen bekend zijn van boa’s die behoefte hebben aan het dragen van religieuze uitingen tijdens hun werk, is er voor de gemeente nog geen aanleiding geweest om hierover beleid op te stellen. De gemeente Eindhoven gaat
in navolging van andere gemeenten de kledingvoorschriften voor boa’s verduidelijken zodat de voorwaarden helder zijn waaronder boa’s religieuze uitingen kunnen dragen tijdens hun werk.


[1] Evaluatie modeluniform boa's afgerond | VNG
[2] Levensbeschouwelijke uitingen bij modeluniform | VNG
[3] Yesilgöz wil nu echt een landelijk verbod op hoofddoek bij boa's (nos.nl)
[4] Richtlijn lifestyle neutraliteit boa s | Rapport | Rijksoverheid.nl
[5] Boa-insigne | Justis
[6] Ambtseed rijksambtenaren wijzigt: meer nadruk op werken in het algemeen belang voor onze samenleving | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
[7] wetten.nl - Regeling - Wet vorm van de eed - BWBR0001881 (overheid.nl)
[8] Nieuwe kledingregeling minister kapt gesprek over inclusieve politie af | Nieuwsbericht | College voor de Rechten van de Mens (mensenrechten.nl)
[9] EU-Hof: oordeel toelaatbaarheid hoofddoekverbod ambtenaren aan nationale rechter | Verdieping | College voor de Rechten van de Mens (mensenrechten.nl)