Energie en Warm­te­be­drijf

Ik zou in eerste instantie de opmerking van de inspreker van FNV over het opnemen van een paragraaf om het bedrijf niet te verkopen willen terughalen. Ik ben wel benieuwd naar de reactie van de wethouder daarop.  

Ik wil mijn betoog graag beginnen met het volgende: 

Stel dit project loopt financieel totaal in de soep, en over 10 jaar kijkt men deze vergadering terug om te zien wat de inzichten waren in 2024, dan wil ik opgemerkt hebben dat onze fractie niet de expertise heeft om dit plan op economische aspecten te beoordelen.  

Van mijn kant zal dus geen bedrijfseconomische analyse komen. 

Wat wij wel kunnen doen is op basis van de verstrekte informatie een afweging maken wat wij belangrijk vinden.  

Wij vinden het belangrijk om zo snel mogelijk op een zo rechtvaardig mogelijke manier naar een duurzame toekomst gaan. Onderdeel daarvan is om onze warmtebehoefte duurzaam in te richten. 

Een energiebedrijf is in potentie een hele goede manier om dat op een rechtvaardige manier te doen. De publieke waarde, en niet winstmaximalisatie, is dan namelijk het uitgangspunt. 

Fundamenteel aan dat energiebedrijf voor ons is dat de warmtenetten niet gevoed worden met restwarmte uit de fossiele industrie, bio-industrie of biomassacentrales. Dat is volgens ons het geval, maar voor alle zekerheid wil ik de wethouder vragen: kan hij toezeggen dat het energiebedrijf in de toekomst in principe geen gebruik gaat maken van restwarmte uit de fossiele- of zware industrie, of biomassacentrales? 

Na de technische toelichting en de beantwoording van de technische vragen hebben we vertrouwen in het team dat dit op gaat zetten; en zijn we tevreden met de positie die de raad houdt om bij te sturen. 

Wel ervaren wijzelf twee botsende belangen: 

enerzijds willen we het energiebedrijf de kans bieden om, laten we zeggen, agressief op te schalen. Dus zo snel mogelijk de kosten eruit te halen, en vervolgens opbrengsten gebruiken om door te groeien. 

Anderzijds willen we een rechtvaardige energietransitie, waar de energierekening van de afnemers redelijk is. De maximumtarieven van de ACM gaan in de eerste fase gebruikt worden, maar onze ervaring is dat de tarieven aan de hoge kant kunnen zijn. 

Klopt het wethouder, dat de raad via de aandeelhouder, in staat is om indien nodig energietarieven voor de inwoner naar beneden bij te stellen? 

Afsluitend, voor de helderheid, wij gaan er van uit dat dit financieel, en bedrijfstechnisch dik voor elkaar is. Wij wensen het college veel succes om van babystapjes naar grote stappen te gaan.