Raads­vragen: Afval­beleid in de prul­lenbak


Indiendatum: 17 mei 2023

Geacht college,

Inleiding
In de raadsinformatiebrief “Ontwikkelingen uitvoering afvalstrategie onderdeel verpakkingsmateriaal (PBD)” van 11 mei jl. werd beschreven dat het college van B&W akkoord gaat dat de afvalinzameling en verwerking van verpakkingsmateriaal (PBD) vanaf 1-1-2024 geschiedt via nascheiding uit het restafval.

Onlangs was in het rekenkamerrapport te lezen dat de afvalprestaties van de gemeente slechter zijn dan vergelijkbare gemeenten en ruimschoots tekort schieten aan de VANG-normen (van afval naar grondstof). De reden van de slechte prestaties is omdat te lang gehoopt is op technische innovaties zoals natte nascheiding, van het Renescience-project.

Het Renescience project bleek niet levensvatbaar binnen de randvoorwaarden. Het Brabants Nascheidinginitiatief is hierop een vervolg. Daarom is onze fractie verbaasd om te lezen dat we nu toch vervroegd deze weg inslaan.

Daarmee wordt dus afgeweken van het bestuursakkoord waarin staat “We implementeren de afvalstrategie 2021-2025, waarbij op korte termijn de focus ligt op het verhogen van het (bron)scheidingsrendement.”

Dat brengt ons tot de volgende vragen:

Raadsvragen

1. Interpreteren wij uit de raadsbrief goed dat de nascheiding vanaf 2024 de plaats inneemt van de uitbreiding van de bronscheiding, en dat de huidige bronscheiding blijft bestaan? Of betekent dit dat de bronscheiding van PBD in zijn geheel komt te vervallen?

a. Indien uit vraag 1 blijkt dat de huidige inzameling van gescheiden PBD-afval wel op het huidige niveau blijft, tot hoe lang is dit dan het geval?

b. Indien uit vraag 1 blijkt dat de bronscheiding volledig komt te vervallen, hoe gaan we uitleggen aan mensen dat ze voortaan herbruikbare en niet herbruikbare grondstoffen bij elkaar kunnen gooien, terwijl we wel van hen verwachten dat ze hun steentje bijdragen aan het bereiken van een duurzame en circulaire stad?

2. In het rekenkamerrapport was aangekondigd dat een analyse van de effectiviteit van nascheiding halverwege 2023 werd verwacht. Is de beleidswijziging op dit onderzoek gebaseerd? Zo ja, wat is de conclusie van dit onderzoek? Zo nee, waarop baseert het college dan het vertrouwen dat de technologische oplossing dit keer wel de verwachtingen waarmaakt?

3. Vaak wordt gedragsverandering benoemd als belangrijke stap om een circulaire stad te worden. Onderschrijft het college dat nog steeds?
4. Is het college het met ons eens dat ook bij een verbeterde nascheiding bronscheiding onverminderd belangrijk blijft om enerzijds een zo hoog mogelijk rendement te realiseren, en om anderzijds inwoners bewust te maken van het type afval dat zij produceren?

5. In figuur 1 uit de raadsinformatie brief zijn het effect en de kosten van de losse regelingen opgenomen. Is het redelijk om te concluderen dat bronscheiding en nascheiding samen realistisch 3,4% beter zijn dan de huidige situatie tegen 72.1k lagere kosten?

6. Uit de raadsbrief begrijpen wij dat deze beleidskeuze voor een grote mate financieel gedreven is. Maar verdient dat de prioriteiten een situatie waarbij Eindhoven ruim (!) minder geld uitgeeft aan het ophalen van PBD ten opzichte van vergelijkbare gemeentes?

7. Tot nu toe is de trend van het fijn restafval stijgend (232, 237, 240, 242, 244kg, in de jaren 2017 tot 2021) en ruim boven het Nederlands gemiddelde (199kg). Het lijkt duidelijk dat we de VANG normering van 2025 niet gaan halen. Welke doelen heeft Eindhoven zichzelf gesteld op het gebied van afval, en liggen we op schema?

Namens de fractie(s) Partij voor de Dieren,

Jonas Roothans, raadslid

Indiendatum: 17 mei 2023
Antwoorddatum: 13 jun. 2023

Antwoord van burgemeester en wethouders

  1. 1. Interpreteren wij uit de raadsbrief goed dat de nascheiding vanaf 2024 de plaats inneemt van de uitbreiding van de bronscheiding, en dat de huidige bronscheiding blijft bestaan? Of betekent dit dat de bronscheiding van PBD in zijn geheel komt te vervallen?

De uitbreiding van bronscheiding vindt voor wat betreft de PBD-fractie inderdaad niet meer plaats. Vanaf januari 2024 wordt PBD via nascheiding uit het restafval gehaald. Door steeds betere technieken, scoort nascheiding inmiddels zowel qua scheidingsresultaat als financieel in hoog stedelijke gemeentes beter dan bronscheiding.

  1. a. Indien uit vraag 1 blijkt dat de huidige inzameling van gescheiden PBD-afval wel op het huidige niveau blijft, tot hoe lang is dit dan het geval?

Er is sprake van een beperkte overgangssituatie in 2024. De bestaande ondergrondse PBD-bakken worden gefaseerd weggehaald of omgevormd voor inzameling van andere fracties zoals papier, textiel, etc. De bovengrondse bakken zullen verdwijnen.

  1. b. Indien uit vraag 1 blijkt dat de bronscheiding volledig komt te vervallen, hoe gaan we uitleggen aan mensen dat ze voortaan herbruikbare en niet herbruikbare grondstoffen bij elkaar kunnen gooien, terwijl we wel van hen verwachten dat ze hun steentje bijdragen aan het bereiken van een duurzame en circulaire stad?

Bij het besluit tot nascheiding van PBD is ook besloten dat er voor 1 januari een gedegen communicatieplan moet worden uitgerold. Daarin wordt, net als in de inleiding aangegeven Rib, aan inwoners uitgelegd dat PBD voortaan via nascheiding uit het restafval worden gehaald, waarom hiervoor is gekozen en hoe dit bijdraagt aan een meer duurzame en circulaire stad. De keuze voor nascheiding maakte al onderdeel uit van de afvalstrategie voor de langere termijn. Met dit besluit wordt hieraan nu in een eerder stadium gevolg gegeven.

  1. 2. In het rekenkamerrapport was aangekondigd dat een analyse van de effectiviteit van nascheiding halverwege 2023 werd verwacht. Is de beleidswijziging op dit onderzoek gebaseerd? Zo ja, wat is de conclusie van dit onderzoek? Zo nee, waarop baseert het college dan het vertrouwen dat de technologische oplossing dit keer wel de verwachtingen waarmaakt?

Ja. Het rekenkamerrapport doelt in de bewuste passage („een analyse van resultaten wordt halverwege 2023 verwacht”) specifiek op het Brabants Nascheidingsinitiatief, dat is opgestart na beëindiging van het REnescience project om op langere termijn via nascheiding PBD uit het restafval te winnen en maakt onderdeel uit van de Afvalstrategie. Dit initiatief is, in tegenstelling tot REnescience, gebaseerd op de gangbare (droge nascheiding), bewezen techniek. De effectiviteit van deze installaties zijn “technisch” bewezen en wordt al veelvuldig wordt toegepast. Deze techniek heeft zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld en geoptimaliseerd. Zo ook bij de huidige verwerker van het restafval zoals aangegeven in de Rib van 11 mei jl. Per 1 januari 2024 is bij deze verwerker een nieuwe, tot op heden meest uitontwikkelde installatie, gereed en in werking. Binnen Cure is bekend hoeveel PBD momenteel nog in het restafval aanwezig is. Op basis van de huidige technische inzichten kan ten aanzien verwerking met grote mate van zekerheid worden aangegeven dat we met nascheiding een groter deel van de PBD-fractie kunnen scheiden en dus uit het restafval kunnen halen. Bij het opstellen van het rekenkameronderzoek was de analyse van de effectiviteit en uitkomst van de totale verkenning van nascheiding van het PBD materiaal zoals aangegeven in de Rib van 11 mei jl. nog niet bekend. Daarnaast, voor de middellange termijn, is in de Afvalstrategie gekozen voor intensivering van bronscheiding voor een aantal fracties die daarvoor geschikt zijn. Op 22 mei is over de voortgang hiervan een informatiebijeenkomst voor raadsleden gehouden in het Provinciehuis.

  1. 3. Vaak wordt gedragsverandering benoemd als belangrijke stap om een circulaire stad te worden. Onderschrijft het college dat nog steeds?

Ja, wij onderschrijven dat. Tegelijkertijd constateren we dat in een grootstedelijke omgeving zoals Eindhoven afvalscheiding een complexe opgave is. De Afvalstrategie gaat uit van zowel bronscheiding als nascheiding. Doorslaggevend is daarbij het uiteindelijke resultaat. In het geval van scheiding van PBD, is de techniek rondom nascheiding dusdanig ontwikkeld (technisch en financieel) dat deze inmiddels in Eindhoven op alle fronten beter scoort dan bronscheiding.

  1. 4. Is het college het met ons eens dat ook bij een verbeterde nascheiding bronscheiding onverminderd belangrijk blijft om enerzijds een zo hoog mogelijk rendement te realiseren, en om anderzijds inwoners bewust te maken van het type afval dat zij produceren?

Ja, zoals aangegeven onder 3 hanteren we zowel bronscheiding als nascheiding. Dit verschilt per type afvalstroom, zoals is vastgesteld in de Afvalstrategie.

  1. 5. In figuur 1 uit de raadsinformatie brief (ook hieronder opgenomen) zijn het effect en de kosten van de losse regelingen opgenomen. Is het redelijk om te concluderen dat bronscheiding en nascheiding samen realistisch 3,4% beter zijn dan de huidige situatie tegen 72.1k lagere kosten?

Nee. Door de percentages bij elkaar te tellen, is, geheel of gedeeltelijk, sprake van dubbeltelling. Het is aannemelijk om te veronderstellen dat de 3% groei van de PBDfractie bij nascheiding deels de 0,4% PBD omvat die anders via uitbreiding van bronscheiding extra opgehaald zou worden. Ook de financiële gevolgen laten zich niet zo eenvoudig ‘middelen’. De financiële gevolgen zoals in de tabel weergegeven, zijn het saldo van kosten en baten van elk van de afzonderlijke systemen. Bij een combinatie van zowel bron- als nascheiding is sprake van de kosten van twee systemen, terwijl de totale hoeveelheid opgehaald PBD niet verdubbeld maar nagenoeg gelijk blijft. Daarbij geldt dat het afvalfonds verschillende tarieven hanteert voor PBD dat wordt opgehaald via bronscheiding en PBD dat wordt gewonnen via nascheiding. De gemeente moet hierin een keuze hierin maken: het Afvalfonds voorziet niet een vergoedingssysteem voor een mix van bron en nascheiding van PMD.

  1. 6. Uit de raadsbrief begrijpen wij dat deze beleidskeuze voor een grote mate financieel gedreven is. Maar verdient dat de prioriteit in een situatie waarbij Eindhoven ruim (!) minder geld uitgeeft aan het ophalen van PBD ten opzichte van vergelijkbare gemeentes? Zie hieronder de tabel uit het rekenkamerrapport.

De keuze is ingegeven vanuit het betere resultaat dat met de huidige techniek van nascheiding kan worden behaald voor wat betreft de PBD-fractie. Het gaat dan om het aantal kilo’s, maar ook om de verwerkbaarheid ervan. Ook bij bronscheiding zien we, helaas in toenemende mate, vervuiling waardoor soms een batch moet worden afgekeurd. Het apart inzamelen van fracties kost altijd geld (extra ronde, extra wagens, extra personeel), en legt tevens extra beslag op openbare ruimte. Dit is verdedigbaar wanneer bronscheiding een beter te verwerken, gescheiden afvalfractie oplevert. In het geval van PBD is door de zich ontwikkelende techniek bronscheiding inmiddels achterhaald. Voor andere fracties is dit op dit moment niet het geval.

Daarbij, we hebben te maken met sterk stijgende verwerkingskosten

(verbrandingsbelasting) van het restafval. Deze kostenstijging zal zich in de toekomst doorzetten (o.a. door de aangekondigde CO2 belasting bij verbranding). Hoe hoger het scheidingsresultaat PBD uit al het restafval, hoe lager de uiteindelijke tonnages restafval dat uiteindelijk wordt verbrand. Hiermee vermindert niet alleen de hoeveelheid restafval maar worden ook kosten(stijgingen) beperkt.

  1. 7. Tot nu toe is de trend van het fijn restafval stijgend (232, 237, 240, 242, 244kg, in de jaren 2017 tot 2021) en ruim boven het Nederlands gemiddelde (199kg). Het lijkt duidelijk dat we de VANG normering van 2025 niet gaan halen. Welke doelen heeft Eindhoven zichzelf gesteld op het gebied van afval, en liggen we op schema?

In de afvalstrategie en bij de behandeling is aangegeven en vastgesteld dat de VANGdoelstellingen voor Eindhoven vooralsnog buiten bereik liggen. In het algemeen geldt dat het voor gemeenten met een hogere verstedelijkingsgraad lastig is om aan de VANG-doelstelling te kunnen voldoen. Het rekenkameronderzoek (restafval per inwoner 2021) laat dat duidelijk zien. Eindhoven heeft met de door de Raad vastgesteld Afvalstrategie in 2021 realistische doelen voor de middellange en lange termijn gesteld. Het onderdeel nascheiding van het PBD-materiaal uit het restafval is één voorbeeld om te komen tot minder restafval maar ook betere afvalscheiding. De uitrol van de verbeterde broninzameling voor papier is in 2023 gestart en zet zich de komende jaren (o.a. bij hoogbouw) nog door. Ook de aanpak van verdergaande broninzameling GFT gaat in 2024 van start. De effecten van al deze maatregelen zullen pas vanaf eind 2024 merkbaar worden.

Interessant voor jou

Raadsvragen: De LHTBI+ gemeenschap verdient al onze support

Lees verder

Raadsvragen: Hands-on Mentality

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer