Raads­vragen: De teugels aanhalen voor dieren­welzijn


Indiendatum: 29 mrt. 2023

Inleiding

28 maart ontvingen we de schriftelijke beantwoording op onze raadsvragen overpaardenevenement CSI. Wij zijn doorgaans tevreden met de kwaliteit van beantwoording, ook al verschillen we van mening. Deze keer vonden we bij de beantwoording, de kwaliteit uitermate teleurstellend. Op onze vraag (3) over het schenden van intrinsieke waarde van het dier is het antwoord “De persoonlijke beleving van een dier is natuurlijk moeilijk door mensen te bepalen”, extreem zorgelijk. Het ondergraaft het volledige dierenwelzijnsbeleid dat is gestoeld op het erkennen van de intrinsieke waarde van het dier. Daarom vragen wij ons af of wij het dierenwelzijnsbeleid wel goed interpreteren.

Raadsvragen

1. In hoofdstuk 3 “wat is dierenwelzijn?” staat: De erkenning van de intrinsieke waarde betekent dat deze waarde ook uitdrukkelijk in de omgang met dieren moet worden betrokken: het belang van het dier wordt inzichtelijk gemaakt en wordt afgewogen tegen andere relevante belangen. Kunt u deze belangenafweging inzichtelijk maken met betrekking tot deze casus? Welke relevante belangen spelen er, anders dan die van het dier?

2. In hoofdstuk 6 “het waarborgen van het welzijn van het dier” staat: Dat het welzijn van het dier geborgd is, is van het grootste belang. We vinden het belangrijk om goed met alle dieren om te gaan. Komt u, net als ons, tot de conclusie dat het belang van het dier groter is dan de andere belangen die u onder 1. noemde?

3. In hoofdstuk 7.7 “dieren bij evenementen” staat dat evenementen geen doorgang vinden “waarbij een dier onnodig pijn of letsel wordt veroorzaakt of zijn gezondheid of welzijn wordt aangetast” Is het college van mening dat de dieren in hun welzijn wordt aangetast? Zo ja; acht het college dat noodzakelijk? Zo nee; bent u op de hoogte van het gebruik van het bit, en de sporen?

4. Bent u het ermee eens dat een onvermogen om de persoonlijke beleving van een dier te bepalen juist aanleiding zou moeten zijn om éxtra zorgvuldig de situatie te bekijken. Zeker in een situatie waarbij het dier gedwongen wordt om een uitzonderlijke (lees: onnatuurlijke) prestatie te leveren.

5. Sarah Pesie (dierwetenschapper en -gedragsdeskundige) schrijft op Dier&recht.nl: Een paard wordt pas uitgesloten van deelname bij een zichtbare bloeding of verwonding. Alsof het dier geen pijn kan ervaren voordat het gaat bloeden. Voor een neutrale toeschouwer lijkt het vaak alsof sportpaarden zich welwillend gedragen, maar een kenner herkent de signalen van pijn en stress. Paarden trekken hun lippen op, hebben opengesperde ogen, zwiepen hun staart, bokken en weigeren. Wie oplet, ziet al snel dat topsport voor paarden geen aangename activiteit is. Is het college het eens dat topsport, naar de woorden van deze dierengedragskundige, voor paarden dan ook geen aangename activiteit is?

6. Concluderend, u schrijft dat het evenement wordt getoetst aan het dierenwelzijnsbeleid. Dat hebben we middels de vragen hierboven gedaan. Mocht er in de komende jaren een vergunningaanvraag komen voor CSI, acht u een vergunningverlening dan kansrijk op basis van het huidige dierenwelzijnsbeleid? Zo ja, op welke manier adviseert u ons de teugels aan te halen om dit diervriendelijke college in staat te stellen de paarden beter te kunnen beschermen? Hetgeen tevens van belang is voor het omgaan met alle andere dieren tijdens evenementen.

Indiendatum: 29 mrt. 2023
Antwoorddatum: 20 apr. 2023

1. In hoofdstuk 3 “wat is dierenwelzijn?” staat:
De erkenning van de intrinsieke waarde betekent dat deze waarde ook uitdrukkelijk in de omgang met dieren moet worden betrokken: het belang van het dier wordt inzichtelijk gemaakt en wordt afgewogen tegen andere relevante belangen.Kunt u deze belangenafweging inzichtelijk maken met betrekking tot deze casus? Welke relevante belangen spelen er, anders dan die van het dier?

Vooraf willen we aangeven, dat er nog geen vergunningsaanvraag voor CSI ligt die we kunnen toetsen en we hebben deze vraag niet willen beantwoorden in de zin van “wat als”. We begrijpen, dat het daarom mogelijk niet de beantwoording oplevert die u zou willen. Wanneer een vergunning wordt gedaan voor CSI, wat op dit moment niet het geval is, houden wij rekening met de toetsingscriteria die wij zelf hebben opgesteld. Voor een evenement met dieren wordt het evenement dus getoetst aan het Evenementenvergunningenbeleid en het Dierenwelzijnsbeleid (2021-2025). In het geval van een vergunningsaanvraag wordt gekeken welke belangen er spelen mbt het evenement.

2. In hoofdstuk 6 “het waarborgen van het welzijn van het dier” staat:Dat het welzijn van het dier geborgd is, is van het grootste belang. We vinden het belangrijk om goed met alle dieren om te gaan.

Komt u, net als ons, tot de conclusie dat het belang van het dier groter is dan de andere belangen die u onder 1. noemde?

De af te wegen belangen zijn nog niet in beeld gebracht omdat er geen vergunning is aangevraagd. Zie verder antwoord op vraag 1.

3. In hoofdstuk 7.7 “dieren bij evenementen” staat dat evenementen geen doorgang vinden “waarbij een dier onnodig pijn of letsel wordt veroorzaakt of zijn gezondheid of welzijn wordt aangetast”

Is het college van mening dat de dieren in hun welzijn wordt aangetast? Zo ja; acht het college dat noodzakelijk? Zo nee; bent u op de hoogte van het gebruik van het bit, en de sporen?

Wanneer er een vergunningsaanvraag wordt gedaan wordt deze getoetst aan het actuele Evenementenvergunningenbeleid en het Dierenwelzijnsbeleid. Daarbij wordt ook gekeken of de dieren die betrokken zijn bij het evenement in hun welzijn worden aangetast.

4. Bent u het ermee eens dat een onvermogen om de persoonlijke beleving van een dier te bepalen juist aanleiding zou moeten zijn om éxtra zorgvuldig de situatie te bekijken. Zeker in een situatie waarbij het dier gedwongen wordt om een uitzonderlijke (lees: onnatuurlijke) prestatie te leveren?

Daar zijn wij het mee eens en daarom zijn er een aantal vrijwaringseisen in het Dierenwelzijnsbeleid opgenomen.

5. Sarah Pesie (dierwetenschapper en -gedragsdeskundige) schrijft op Dier&recht.nl:
Een paard wordt pas uitgesloten van deelname bij een zichtbare bloeding of verwonding. Alsof het dier geen pijn kan ervaren voordat het gaat bloeden. Voor een neutrale toeschouwer lijkt het vaak alsof sportpaarden zich welwillend gedragen, maar een kenner herkent de signalen van pijn en stress. Paarden trekken hun lippen op, hebben opengesperde ogen, zwiepen hun staart, bokken en weigeren. Wie oplet, ziet al snel dat topsport voor paarden geen aangename activiteit is.

Is het college het eens dat topsport, naar de woorden van deze dierengedragskundige, voor paarden dan ook geen aangename activiteit is?

Over de vraag of topsport wel of niet een aangename activiteit is voor paarden bestaat naar het beeld van het college geen eensluidende opvatting. Het college neemt hierover dan ook geen stelling in.6. Concluderend, u schrijft dat het evenement wordt getoetst aan het dierenwelzijnsbeleid. Dat hebben we middels de vragen hierboven gedaan. Mocht er in de komende jaren een vergunningaanvraag komen voor CSI, acht u een vergunningverlening dan kansrijk op basis van het huidige dierenwelzijnsbeleid? Zo ja, op welke manier adviseert u ons de teugels aan te halen om dit diervriendelijke college in staat te stellen de paarden beter te kunnen beschermen? Hetgeen tevens van belang is voor het omgaan met alle andere dieren tijdens evenementen.

Het college wil nu niet vooruit lopen op een beslissing op een eventuele vergunningsaanvraag. Wanneer deze wordt ingediend zullen wij die toetsen aan de beleidskaders zoals genoemd bij de beantwoording onder 1 t/m 3.

Interessant voor jou

Vragenhalfuur: “Pijlsnel een vuurwerkvrij Eindhoven”

Lees verder

Raadsvragen: De LHTBI+ gemeenschap verdient al onze support

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer