Raads­vragen: Fossiel recla­me­beleid


Indiendatum: 8 sep. 2022

Geacht college,

Inleiding

In 2017, 5 jaar geleden, stemde de raad in met het burgerinitiatief Fossielvrij. Burgers namen zelf het initiatief om de gemeente te vragen om binnen 5 jaar de banden met de fossiele bedrijven te verbreken. Dit werd door een brede meerderheid van de raad gesteund. Hoewel het daarbij in eerste instantie ging om financiële duurzaamheid en de risico’s van de zogeheten Carbon Bubble sprak hieruit impliciet de opdracht om na te gaan op welke manier Eindhoven verweven is met de ‘fossiele bedrijven’.

In 2021 stelden de SP en GroenLinks terecht de vraag of er in het kader van een Fossielvrije gemeente ook fossiele reclame-uitingen konden worden geweerd uit de stad.

In de daaropvolgende collegebrief van 15 februari jl. werd toegelicht dat er geen beleid is voor reclame voor de fossiele industrie. En dat het onduidelijk is wanneer het beleid geactualiseerd zou gaan worden.

Uit beantwoording van onze technische vragen in juli blijkt dat exploitatiecontracten doorlopen tot wel 2032. Wethouder Thijs gaf tevens namens het college aan dat dwangsommen “tot in de miljoenen” zouden kunnen oplopen bij eventuele wijzigingen van het beleid.

Raadsvragen

  1. Wanneer zijn de volgende contracten afgesloten?
    1. Intownboards (einddatum 31-12-2029),
    2. Vrijstaande reclame vitrines (einddatum 31-12-2029)
    3. Abri’s (einddatum 31 januari 2030)
    4. Lichtmast reclame (einddatum 31-12-2032)
    5. Digitale billboards (einddatum 28-02-2032)
  2. Klopt het dat deze contracten zijn afgesproken nadat het burgerinitiatief behandeld is (2017) en het klimaatplan van 2016 geschreven is. En klopt het dat het contract voor de digitale billboards nog is afgesloten na de collegebrief van 15 februari 2022 (22bst00245), of hadden de contracten een langere termijn dan 10 jaar?
  3. Hoe is het te verklaren dat het reclame beleid sinds 2010 niet geactualiseerd is?
  4. Heeft het college nog in hun herinnering dat het volgende staat geschreven in het klimaatplan van 2016:

7.3.1 Impact van voeding

Binnen het consumptiedomein voeding veroorzaakt met name de productie van de dierlijke eiwitten (vlees, zuivel) een grote broeikasgassenuitstoot. Dieren consumeren een veelvoud aan veevoer om te groeien en produceren daarnaast het sterke broeikasgas methaangas. Per kilogram is de broeikasgassenuitstoot bij rundvlees een factor zeven hoger dan bij kip; varkensvlees zit er tussenin, net als kaas. Bij de teelt van plantaardige eiwitten (sojabonen, lupine, erwten, enzovoorts) komen veel minder broeikasgassen vrij. Biologische zuivel scoort wat betreft broeikasgassenuitstoot per kg product beter dan gangbare zuivel; bij andere biologische producten is er weinig verschil. Plantaardige producten die geteeld worden in een traditionele, verwarmde kas hebben een hoger fossiel energiegebruik per kg product (factor 10 tot 30) dan producten geteeld in de open lucht. Daarom veroorzaakt het kopen van voedsel van het seizoen weinig broeikasgassenuitstoot.

Transport van voedingsmiddelen per vliegtuig vraagt erg veel energie: per kilometer zelfs zestig tot honderd keer zoveel energie als transport per zeeschip. Voedingsmiddelen uit Nederland veroorzaken daarom minder CO2-uitstoot dan bijvoorbeeld ingevlogen aardbeien uit Egypte. Maar het boodschappen doen met de auto levert de grootste bijdrage aan energiegebruik voor transport!

Door meer plantaardig te eten, wordt de uitstoot van broeikasgassen fors verlaagd. Daarnaast kan een dergelijk voedingspatroon de kosten voor mondiaal broeikasgassen beleid tot het jaar 2050 met tientallen procenten verlagen. Campagnes om minder te eten lijken een hogere kosteneffectiviteit te hebben dan promotiecampagnes voor zonnestroom-panelen.

Ter illustratie een berekening van het effect dat zou optreden in de fictieve situatie dat alle Eindhovenaren zouden besluiten om veganist te worden, in die zin dat geen vlees, zuivel of kaas meer zou worden geconsumeerd. Op basis van globale berekeningen van onder andere de Universiteit Wageningen kan dan afgeleid worden dat dit leidt tot circa 250.000 ton/jaar minder CO2-emissie. Hetgeen meer is dan met alle in dit klimaatplan beschreven maatregelen in de periode tot 2020 wordt bereikt. Natuurlijk is het niet realistisch dat alle Eindhovenaren overstappen naar een veganistische levensstijl, maar de berekening geeft wel aan hoe invloedrijk de consumptie van vlees op de CO2 uitstoot is.

Huishoudens gooien jaarlijks zo'n 44 kg voedsel weg, ter waarde van circa € 400,-. Voedselverspilling is verantwoordelijk voor ruim 2% van de totale broeikasgassenuitstoot van een gemiddelde consument (Milieucentraal). Beperken van de voedselverspilling met 20% is een overheidsdoel voor 2015.

  1. Waarom heeft dit inzicht zich niet vertaald naar campagnes om minder vlees te eten of op z’n minst naar het terugdringen van reclamecampagnes gericht op het eten van méér vlees en/of zuivel?
  2. Is het college het met ons eens dat met tijdig actualiseren van het reclamebeleid (de kans op) hoge dwangsommen vermeden hadden kunnen worden?

Namens de fractie Partij voor de Dieren,

Jonas Roothans, raadslid

Indiendatum: 8 sep. 2022
Antwoorddatum: 21 okt. 2022

1. Wanneer zijn de volgende contracten afgesloten:

a. Intownboards (einddatum 31-12-2029)
Afgesloten op 17-12-2021

b. Vrijstaande reclame vitrines (einddatum 31-12-2029)
Afgesloten op 25-02-2022

c. Abri’s (einddatum 31 januari 2030
Afgesloten op 25-02-2022

d. Lichtmast reclame (einddatum 31-12-2032
Afgesloten op 16-03-2022

e. Digitale billboards (einddatum 28-02-2032
Afgesloten op 16-03-2022

2. Klopt het dat deze contracten zijn afgesproken nadat het burgerinitiatief behandeld is (2017) en het klimaatplan van 2016 geschreven is. En klopt het dat het contract voor de digitale billboards nog is afgesloten na de collegebrief van 15 februari 2022 (22bst00245), of hadden de contracten een langere termijn dan 10 jaar?
Ja, dat klopt. De contracten zijn afgesloten na het burgerinitiatief en het klimaatplan. De contracten voor reclame-vitrines, abri’s, lichtmasten en digitale billboards zijn na de collegebrief van 15-02-2022 afgesloten.

3. Hoe is het te verklaren dat het reclame beleid sinds 2010 niet geactualiseerd is?
Het huidige reclamebeleid gaat uitsluitend over de fysieke plaatsing van buitenreclame, gevelreclame, uitstraling etc. Voor deze fysieke items geldt geen directe noodzaak tot actualisering. Hier is dan ook geen prioriteit aan gegeven.

4. Heeft het college nog in hun herinnering dat het volgende staat geschreven in het klimaatplan van 2016 …….
Ja.

5. Waarom heeft dit inzicht zich niet vertaald naar campagnes om minder vlees te eten of op z’n minst naar het terugdringen van reclamecampagnes gericht op het eten van méér vlees en/of zuivel.
Bij de beantwoording van uw rondvraag op 6 september is van bestuurlijke zijde het voorstel gedaan om vanuit uw raad te komen tot een raadsavond om met elkaar in gesprek gaan over de vraag wat de mogelijkheden en de wensen vanuit uw raad zijn. Meerdere reclame-uitingen hebben immers een relatie met het klimaat. Naast vlees kan bijvoorbeeld ook textiel een item zijn. Daarbij moeten ook de financiële consequenties in ogenschouw worden genomen. Het organiseren van een dergelijke raadsbijeenkomst kunnen wij indien nodig ondersteunen.

6. Is het college het met ons eens dat met tijdig actualiseren van het reclamebeleid (de kans op) hoge dwangsommen vermeden hadden kunnen worden?
Het huidige reclamebeleid gaat uitsluitend over ruimtelijke aspecten. Zoals eerder aangegeven heeft het reclamebeleid daarom geen prioriteit gehad. Het inhoudelijk aspect krijgt op basis van de huidige maatschappelijke opgaven echter steeds meer aandacht. Het "als-dan-principe", is daarom hier niet van toepassing. Los van de vraag hoe uw raad denkt over wat wel en niet als reclame-uitingen gewenst is.