Bijdrage: Financiën

Organisatie en Financiële paragrafen
We bespreken vandaag de begroting voor 2024 en een doorkijkje naar wat wat jaren daarna. Voor wie dit debat thuis meekijkt en misschien niet helemaal op de hoogte is van de Planning en Control cyclus. Vlak voor de zomervakantie hebben we besproken wat we belangrijk vinden, vandaag bespreken we hoe we het geld gaan uitgeven om die belangrijke dingen te gaan realiseren, en later blikken we terug of dat ook gelukt is.

Ook wij hebben voor het zomerreces aangegeven wat voor onze fractie belangrijk was. Heel kort: We gaven aan dat er voor ons gevoel te veel bezuinigd werd op cultuur. We alert moeten zijn op armoede in een situatie met inflatie én recessie tegelijkertijd. En met name gaven we aan dat we stevige klimaatactie willen.

Ons werd een doorberekening van de klimaatdoelen naar alle taakvelden beloofd. Dat klonk als een goede stap. Daarom hebben we voor de kadernota gestemd, om het college die kans en dat vertrouwen te geven, met wel de duidelijke boodschap dat we tegen de begroting zullen stemmen als dat niet deugt.

Vandaag moeten we helaas mededelen dat wij niet gelukkig zijn geworden van de begroting. In alle blokjes zullen we dat proberen toe te lichten, met het zwaartepunt bij klimaat en weer.

Dan kom ik nu bij het thema van dit blok: organisatie en de financiële paragrafen.

Laat ik toch positief proberen te beginnen, we lezen: “In de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie krijgt de klimaataanpak als belangrijke opgave een plek in de nieuwe sector Strategie en Opgaven”. We kunnen Strategie en Opgaven weliswaar nergens in de begroting terugvinden. Maar dit lijkt erop dat er langzaam intern wat de goede kant op begint te schuiven.

Dan nu verder met wat negatieve punten. Hoofstuk 6: organisatie. “CO2-reductie eigen vastgoedportefeuille.” Is het doel.

Vervolgens wordt de 2050 en de 2030 doelstelling aangehaald. Maar bewust of onbewust wordt de doelstelling voor 2025 uit het meest recente klimaatplan van een paar jaar geleden niet genoemd. Die luidde:
“De doelstelling voor de eigen organisatie is om in 2025 geheel uitstootvrij te zijn”. Vorig jaar werd in de klimaatbegroting nog geschreven: “Volgens de harde cijfers liggen we op schema om met ons eigen vastgoed klimaatneutraal te zijn in 2025”. En wat zien wij nu: er wordt 15.4 kiloton aan CO2-uitstoot begroot voor 2025.

Dat wij dat doel niet gingen halen zagen we mijlenver aankomen, en daar vinden we wat van. Maar dat er in eerste instantie wordt gezegd dat het wel goed komt, en in tweede instantie de doelstelling niet meer lijkt te bestaan nu duidelijk wordt dat het onhaalbaar is; dat vinden wij moeilijk te verteren.

Graag een heldere uitleg van de wethouder hoe hij tot de beslissing is gekomen om dit doel niet meer te vermelden. En graag ook een reactie op wanneer de eigen organisatie dan wel “geheel uitstootvrij” is.

Daarnaast zien wij dat het weerstandsvermogen gelijk blijft mbt externe risico’s. Overal over de wereld zien we het fout gaan in de zomer. En of het nou hagelstenen zo groot als tennisballen zijn, een overstromende dommel, of een grote toestroom aan klimaatvluchtelingen, misschien wel vanuit Zeeland, het kan flink in de kosten lopen. Maar het huidige college schuift die hete aardappel nog even door.

Tenslotte maken wij ons ook zorgen over de inhuur van externen. We kwamen het zelf tegen bij ook het opstellen van de klimaatrapportage. Wethouder Thijs gaf zelf bij Nieuwsuur aan dat er zo kennis weglekt, onze waardering voor die reflectie. Wij zien terug dat 33 miljoen gaat naar inhuur, en de personeelskosten stijgen met 24 miljard. Wij zijn benieuwd welke concrete acties we gaan nemen om de kennis binnenboord te houden.

Tot zover voorzitter.