Raadsvragen: Clusterfuik
Indiendatum: 13 sep. 2024
Onlangs heeft de raad de bestemmingsplanwijziging voor cluster 9b (Prof. Dr. Dorgelolaan 20) aangenomen. Omdat we nog maar aan het begin staan van de ontwikkeling van knoopXL willen we met deze raadsvragen reflecteren op het proces.
28 november 2023 kreeg raadscommissie KnoopXL een technische toelichting over cluster 9b (Prof. Dr. Dorgelolaan 20). Hierin werd aangegeven dat er voor dit plan geen groen zou wijken. Hierin heeft onze fractie mondeling de vraag gesteld of we dit goed hadden begrepen en er dus geen groen zou wijken, daarop kwam een bevestigend antwoord. Bij demeningsvormende vergadering is door ons daarom aangegeven dat we blij waren dat er geen groen hoefde te wijken.
Later bleek dit toch anders te gaan. 18 juni 2024 stelden we hierover de volgende vraag:
“Klopt het dat – zoals het ED schrijft – er toch bomen moeten sneuvelen, terwijl tijdens de technische toelichting 28 november jl. is aangegeven dat er enkel verhard oppervlak zou worden omgevormd en er geen groen zou wijken?”
Het technische antwoord dat hierop volgde:
“Tijdens de technische toelichting is inderdaad verteld dat het bouwvlak samenvalt met bestaand bebouwd of verhard oppervlak. Dit is grotendeels het geval, behalve voor een deel aan de voorzijde waar een uitbreiding van bebouwd oppervlak mogelijk wordt gemaakt. Dit volgt ook uit de clusterkaart. Deze gronden betreffen nu een grasstrook met acht bomen.
Verder is in de clusterkaart aangegeven dat het ook toegestaan is om onder het gebouw én in een 5 meter brede zone rondom het bouwvlak een ondergrondse parkeergarage te realiseren.”
Bij de meningsvormende behandeling door de raadscommissie KnoopXL over het raadsvoorstel hierover1 op 27 augustus jl. werd hierover door onze woordvoerder gevraagd waarom er eerst gezegd is dat er geen groen zou wijken maar dit nu alsnog gebeurt volgens het plan. Nadat de wethouder dit in eerste instantie niet beantwoordde en onze woordvoerder het nogmaals als openstaande vraag stelde, kwam het antwoord dat er sprake zou zijn van een spraakverwarring.
Voor ons is dit een onbevredigend antwoord, en uit dit summiere antwoord wordt volgens
ons alsnog niet duidelijk hoe dit verschil is ontstaan tussen oorspronkelijke en latere
antwoorden over het wijken van een broekbos. Ook begrijpen we niet waarom pas zo laat
een afwijkende parkeerbehoefte, waardoor het groen moet wijken, tot ons is gekomen.
Tenslotte hebben wij begrepen dat we door eerdere besluiten in een fuik zaten, en de raad
eigenlijk buitenspel stond.
Daarom hebben wij hierover de volgende vragen.
Raadsvragen
1. Hoe en op welk moment is het verschil ontstaan tussen de technische
beantwoording waarin werd gezegd dat er geen groen zou wijken, de technische
schriftelijke bevestiging hiervan en het latere antwoord dat dit een spraakverwarring
is?
2. Is het college van mening dat de raad/raadscommissie door het college verkeerd is
geïnformeerd bij de technische behandeling van het dossier?
a. Indien dit zo is; hoe kijkt het college hier met terugwerkende kracht naar?
b. Indien het college dit niet zo ziet; hoe ziet het college dit dan?
3. In het clusterpaspoort wordt in een tekening met een stippellijntje de parkeerkelder
ingetekend. Maar in de tekst wordt dit niet verder benoemd. Is het college het met
ons eens dat de afbeeldingen ondersteunend zijn aan de tekst, en dat een afwijkend
bouwvlak dat kennelijk al bekend was, opgenomen had moeten worden in de tekst?
4. In het clusterpaspoort staat een parkeernorm van 1 parkeerplek per 400 m2, en dat
concrete planuitwerkingen voor het voorgestelde programma worden getoetst aan
de gemeentelijke actuele parkeernormen. In het bestemmingsplan bleek dat het
rijksvastgoedbedrijf een bijzonder grote parkeerbehoefte heeft en uitzondering heeft
op de parkeernormen.
a. Is het college het met ons eens dat deze informatie relevant was geweest
voor het clusterpaspoort? Of op z’n minst duidelijk en eerder met de raad
had moeten worden gedeeld?
5. In het bestemmingsplan worden berekeningen gemaakt en tabellen getoond, die
niets te maken hebben met de uiteindelijke hoeveelheid parkeerplekken die in de
kelder worden gerealiseerd. Waarom staan er zulke loze berekeningen in het
bestemmingsplan? Waarom wordt nergens uitgelegd hoe er tot de 128
parkeerplekken is gekomen? Als bij de behandeling van het clusterpaspoort
duidelijk was gecommuniceerd dat voor het programma van 9b gekeken werd naar
een bestemming met een afwijkend grote parkeerbehoefte in een groen gebied dat
zoveel mogelijk behouden moet worden, dan had Partij voor de Dieren eerder aan
de bel getrokken dat dit ons dit geen verstandige combinatie leek. Begrijpt het
college dat wij dit geen prettige werkwijze vinden?
6. Op het laatste moment een bestemmingsplan wijzigen met een amendement is
onwenselijk voor alle partijen, maar wel een belangrijk instrument van de raad – net
als het verwerpen van een raadsvoorstel. Als het echter om juridische redenen niet
mogelijk is om een stuk te amenderen, of zelfs niet mogelijk is om het als raad te
verwerpen, dan horen wij dat graag vooraf. Nu werden wij pas bij navraag
geïnformeerd dat de raad door eerdere besluiten eigenlijk in een fuik was
terechtgekomen; en vragen we ons af waarom we überhaupt nog stemmen. Herkent
het college deze situatie, en is het college bereid om in het vervolg deze situatie te
vermijden, en waar deze situatie zich voordoet dit te melden in een kanttekening bij
het raadsvoorstel?
7. Is het college bereid om de raad beter te informeren, en belangenconflicten zo
vroeg mogelijk aan de raad kenbaar te maken in de verdere voortgang van de
ontwikkeling van KnoopXL?
Indiendatum:
13 sep. 2024
Antwoorddatum: 16 sep. 2024
Antwoord van burgemeester en wethouders.
1. Hoe en op welk moment is het verschil ontstaan tussen de technische beantwoording waarin werd gezegd dat er geen groen zou wijken, de technische schriftelijke bevestiging hiervan en het latere antwoord dat dit een spraakverwarring is?
Het gaat hier niet om voortschrijdend inzicht. In de beantwoording van vragen in de technische toelichting van 28 november jl. is aangegeven dat het bouwvlak samenvalt met bestaand bebouwd of verhard oppervlak. Het beoogde gebouw van het Rijksvastgoedbedrijf op maaiveld is volledig ingepast binnen het bestaand bebouwd of verhard oppervlak.
Zoals reeds in de eerdere beantwoording van technische vragen aangegeven kan een gedeelte van het bestaande aangrenzende groen niet behouden worden. Voor de realisatie van de kelder en de fundering van het gebouw is immers een bouwkuip benodigd. De gemeente levert de gronden in bouwrijpe staat. Bij het bouwrijp maken moeten ook bomen worden verwijderd. Het te verwijderen groen wordt gecompenseerd volgens de daartoe vastgestelde beleidsregels. Om dit te borgen is op pagina 21 van het clusterpaspoort het volgende opgenomen: ”Tussen bovenkant kelder en bovenkant maaiveld op openbare ruimte dient minimaal 1,5m werkruimte beschikbaar te zijn voor het creëren van gezond levensvatbaar groen en de aanleg van riolering/kabels en leidingen”. Dus naast dat er in kwantitatieve zin per saldo nauwelijks groen verdwijnt, wordt het te verwijderen groen ook kwalitatief gecompenseerd.
2. Is het college van mening dat de raad/raadscommissie door het college verkeerd is geïnformeerd bij de technische behandeling van het dossier?
a. Indien dit zo is; hoe kijkt het college hier met terugwerkende kracht naar?
b. Indien het college dit niet zo ziet; hoe ziet het college dit dan?
We verwijzen u naar de beantwoording van technische vragen en de beantwoording van vraag 1. Maximaal behoud en versterking van de groene kamstructuur is altijd het uitgangspunt geweest (zie ook de belangenafweging).
3. In het clusterpaspoort wordt in een tekening met een stippellijntje de parkeerkelder ingetekend. Maar in de tekst wordt dit niet verder benoemd. Is het college het met ons eens dat de afbeeldingen ondersteunend zijn aan de tekst, en dat een afwijkend bouwvlak dat kennelijk al bekend was, opgenomen had moeten worden in de tekst?
De clusterkaart maakt integraal onderdeel uit van het clusterpaspoort en is niet ondergeschikt aan de begeleidende tekst. Daarnaast betreft het hier een van de drie frontrunners binnen Knoop XL. Over dit frontrunnerschap is expliciet gecommuniceerd in de Raadscommissie Knoop XL van 28 november 2023 bij de presentatie van het clusterpaspoort. Bij een frontrunner plan heeft de planvorming vóór de kaderstelling plaatsgevonden. Het bouwvlak was dus al bekend voordat het clusterpaspoort werd opgesteld (zie ook de eerdere beantwoording van technische vragen).
4. In het clusterpaspoort staat een parkeernorm van 1 parkeerplek per 400 m2, en dat concrete planuitwerkingen voor het voorgestelde programma worden getoetst aan de gemeentelijke actuele parkeernormen. In het bestemmingsplan bleek dat het rijksvastgoedbedrijf een bijzonder grote parkeerbehoefte heeft en uitzondering heeft op de parkeernormen.
c. Is het college het met ons eens dat deze informatie relevant was geweest voor het clusterpaspoort? Of op z’n minst duidelijk en eerder met de raad had moeten worden gedeeld?
Omdat de planuitwerking vooruit liep op het clusterpaspoort is het ontwerp bestemmingsplan getoetst aan de Nota parkeernormen 2019. Het plan voldoet hieraan in normatieve zin en had op het moment van toetsen dus geen bijzonder grote parkeerbehoefte (174 pp normatieve behoefte versus 128 pp daadwerkelijke behoefte). Zoals eerder in de beantwoording aangegeven, is er sprake van een specifieke parkeerbehoefte gebaseerd op het programma van eisen van de verschillende te huisvesten overheidsdiensten. De specifieke parkeerbehoefte in combinatie met de inwerkingtreding van de Nota parkeernormen 2024 (en in het bijzonder de regels voor de Gebiedsontwikkeling Fellenoord) heeft ertoe geleid dat er maatwerkafspraken zijn gemaakt in de anterieure overeenkomst (hetgeen juridisch is toegestaan). Overigens is de normatieve parkeerbehoefte op basis van de Nota parkeernormen 2019 genoemd op pagina 5 in Bijlage A (behorend bij het clusterpaspoort; te raadplegen via het RIS) en als zodanig voorgelegd aan de Raadscommissie Knoop XL.
5. In het bestemmingsplan worden berekeningen gemaakt en tabellen getoond, die niets te maken hebben met de uiteindelijke hoeveelheid parkeerplekken die in de kelder worden gerealiseerd. Waarom staan er zulke loze berekeningen in het bestemmingsplan? Waarom wordt nergens uitgelegd hoe er tot de 128 parkeerplekken is gekomen? Als bij de behandeling van het clusterpaspoort duidelijk was gecommuniceerd dat voor het programma van 9b gekeken werd naar een bestemming met een afwijkend grote parkeerbehoefte in een groen gebied dat zoveel mogelijk behouden moet worden, dan had Partij voor de Dieren eerder aan de bel getrokken dat dit ons dit geen verstandige combinatie leek. Begrijpt het college dat wij dit geen prettige werkwijze vinden?
Zoals hierboven aangegeven, heeft het college in Bijlage A (behorend bij het clusterpaspoort; te raadplegen via het RIS) transparant gecommuniceerd over de normatieve parkeerbehoefte op basis van de Nota parkeernormen 2019 (i.c.174 pp). De daadwerkelijke parkeerbehoefte (i.c. 128 pp voor dienstvoertuigen) is lager dan de normatieve parkeerbehoefte waardoor er geen sprake is van een “afwijkend grote parkeerbehoefte”. Het plan kent zoals gezegd een specifieke parkeerbehoefte waar maatwerkafspraken over zijn gemaakt in de anterieure overeenkomst. Daarnaast is het zo dat het verlies van groen (door uitdijing van de parkeergarage) grotendeels het gevolg is van de keuze om geen tweelaagse parkeergarage te maken omwille van het groen. Hetzelfde (parkeer)programma dient immers binnen minder vierkante meters ingepast te worden.
6. Op het laatste moment een bestemmingsplan wijzigen met een amendement is onwenselijk voor alle partijen, maar wel een belangrijk instrument van de raad –net als het verwerpen van een raadsvoorstel. Als het echter om juridische redenen niet mogelijk is om een stuk te amenderen, of zelfs niet mogelijk is om het als raad te verwerpen, dan horen wij dat graag vooraf. Nu werden wij pas bij navraag geïnformeerd dat de raad door eerdere besluiten eigenlijk in een fuik was terechtgekomen; en vragen we ons af waarom we überhaupt nog stemmen. Herkent het college deze situatie, en is het college bereid om in het vervolg deze situatie te vermijden, en waar deze situatie zich voordoet dit te melden in een kanttekening bij het raadsvoorstel?
Zie ook de beantwoording van vraag 3. Voor dit plan is sprake van een bijzondere situatie omdat de planvorming vóór de kaderstelling heeft plaatsgevonden. Inmiddels zijn alle clusterpaspoorten van de frontrunner plannen vastgesteld. Voor de toekomstige ontwikkelingen geldt dat eerst de kaderstelling wordt vastgesteld voordat de gemeente in gesprek gaat met een initiatiefnemer over de planvorming. Het college is bereid om bij de opvolgende clusterpaspoorten meer inzicht te geven in de belangenafweging zodat de Raadscommissie Knoop XL tijdig in positie is om bij te sturen.
7. Is het college bereid om de raad beter te informeren, en belangenconflicten zo vroeg mogelijk aan de raad kenbaar te maken in de verdere voortgang van de ontwikkeling van KnoopXL?
Het college hecht waarde aan transparantie en spant zich in om de raad zo goed en volledig mogelijk te informeren
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Technische vragen: Wateroverlast
Lees verderKansen voor iedereen voor een beter leven
Lees verder