Raads­vragen: Maximale foto­syn­these voor klimaat­herstel


Indiendatum: 24 jan. 2023

Geacht college,

Inleiding

Vorige week (half januari) werd bekend dat de Aarde mogelijk al in 2024 de 1,5 graden opwarming gaat bereiken. Dit is een flinke tegenvaller. Klimaatverandering treft dier en mens over de hele wereld. Ook hier in Eindhoven. De urgentie om te ontharden en vergroenen neemt daarom nog meer toe. Eindhoven staat bekend vanwege zijn hete stad, een stad die bovendien last heeft van droogte en tegelijkertijd van wateroverlast bij hevige regenbuien. Wij willen daarom zicht hebben op de ontwikkelingen op verharding en vergroening van de afgelopen jaren. Naast klimaatadaptatie is de stad bezig met klimaatmitigatie. Groen, vooral specifieke soorten en oude bomen kunnen veel CO2 opnemen, daarom willen wij zicht krijgen op de ontwikkeling in de CO2-opnamecapaciteit van de stad.

Raadsvragen

1. In de begroting van 2023 wordt als doel gesteld om “te streven naar ontharding waar mogelijk”. Tegelijkertijd vindt er naast ontharding ook verharding plaats door de diverse bouwprojecten. Wat is de ontwikkeling van verhard oppervlak ten opzichte van onthard oppervlak in m2 over de afgelopen 10 jaar in Eindhoven? Is Eindhoven in het geheel meer onthard het afgelopen decennium?

2. Niet alles wat onthard is, is gelijk ook “groen”. Om inzicht te krijgen in de CO2-opnamecapaciteit van de stad zijn we benieuwd naar de ontwikkeling van het type onthard oppervlak in de afgelopen 10 jaar; zoals kale grond, gras, struiken en bomen.

3. Hoe staat het met de ontwikkeling van het aantal bomen?

4. Alles hierboven beschouwend:
a. Wat is de ontwikkeling in de CO2-opnamecapaciteit in Eindhoven over de afgelopen 10 jaar?
b. Hoe is daarop gestuurd?
c. Welke concrete plannen worden in 2023 hiervoor ontwikkeld?
d. Welke mogelijkheden zijn nog onbenut om de lokale CO2-opname te versterken?

5. Een groot deel van Eindhoven is in particulier bezit (bijvoorbeeld tuinen). Wij merken dat er ten tijde van de klimaat- en biodiversiteitscrises ook daar nog de nodige bomen gekapt worden en tuinen verhard.
a. Wat is de ontwikkeling van het aantal bomen waarvoor een kapvergunning is verleend voor particulieren?
b. Hoe ontmoedigt de gemeente bomenkap?
c. Welke middelen heeft de gemeente tot haar beschikking om particuliere tuinen te ontharden en te vergroenen (stimulerend, verplichtend, faciliterend, inspirerend, informerend)? En worden die al benut?

Namens de fractie(s) Partij voor de Dieren,

Jonas Roothans, raadslid
Met medewerking van
Martijn Verhees, commissielid

Indiendatum: 24 jan. 2023
Antwoorddatum: 8 mrt. 2023

Antwoord van burgemeester en wethouders

Inleiding bij beantwoording

Uw raadsvragen hebben ons getriggerd om te reflecteren op onze wijze van monitoren en te zoeken naar mogelijkheden tot verbetering. Zoals u zult zien hebben we hier ook suggesties voor opgenomen in onderstaande beantwoording, die we integreren in onze continue ontwikkeling van het groenprogramma.

Klimaatverandering vormt een belangrijke bedreiging voor onze gezondheid, zo schreef het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change/VN) in het 6e rapport over klimaatverandering (2022). Steden zijn daarbij een deel van het probleem, maar tegelijkertijd zijn zij ook deel van de oplossing. Zij kunnen het tij de komende 10 jaar nog keren, zo concludeert het IPCC in datzelfde rapport.

Eindhoven neemt deze opgave dan ook serieus. ‘De klimaatcrisis is één van de grootste uitdagingen van deze tijd’, zo staat te lezen in het Bestuursakkoord. Dit vraagt om duidelijke keuzes en de eerste keuze, die in het Bestuursakkoord gemaakt wordt, is: ‘Een stad die stevig bijdraagt aan het tegengaan van klimaatverandering én die klaar is voor de weersveranderingen die daarbij horen.’

Vergroening levert een belangrijke bijdrage aan deze klimaatopgave. En het doet meer. Groen kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van de biodiversiteit en helpt bij het stimuleren van onze eigen gezondheid. Daarnaast levert het ook een bijdrage aan onze identiteit als stad; een prettig verblijfsklimaat is een belangrijke vestigingsvoorwaarde. Vanuit deze 4 thema’s werken wij aan de vergroening van de stad.

Momenteel zijn wij een monitoringssysteem aan het ontwikkelen dat inzicht geeft in bovengenoemde thema’s. Hiervoor worden indicatoren gebruikt zoals kroonvolume die niet alleen iets zeggen over de kwantiteit, maar ook over de kwaliteit (zoals capaciteit met betrekking tot koeling en CO2-opname). De onderstaande vragen sluiten hier naadloos op aan. Bij de beantwoording zullen we daarom nog niet altijd exacte gegevens kunnen leveren, maar nemen wij jullie zoveel mogelijk mee in dit proces.

1. In de begroting van 2023 wordt als doel gesteld om “te streven naar ontharding waar mogelijk”. Tegelijkertijd vindt er naast ontharding ook verharding plaats door de diverse bouwprojecten. Wat is de ontwikkeling van verhard oppervlak ten opzichte van onthard oppervlak in m2 over de afgelopen 10 jaar in Eindhoven? Is Eindhoven in het geheel meer onthard het afgelopen decennium?

De afgelopen jaren zijn we al bezig geweest met het ontharden van de openbare ruimte. De vuistregel in herinrichtingprojecten is dat we proberen minimaal 10% van de ruimte te ontharden/vergroenen. Daarnaast ontharden we in onderhoudsprojecten, via het project “actief ontharden en vergroenen”, kleine vergroeningsprojecten vanuit groen beheer/onderhoud en onthardingsacties via de subsidie “Tegel eruit, groen erin” voor particulieren. Dit leidt bijvoorbeeld bij de Genneper Parken tot een vergroening van in totaal 12.000m2 door de ontharding van een aantal parkeerterreinen en andere versteende gebieden. En zo hebben we de afgelopen jaren meer prachtige voorbeelden in de stad gezien, zoals het Clausplein en de Vestdijk.

Deze vergroening wordt echter niet centraal geregistreerd en daarnaast spelen een aantal andere zaken die het onmogelijk maken om een totaaloverzicht te maken op basis van het bijhouden van ontharding en verharding. Naast de ontharding van de openbare ruimte vragen wij ook aan private ontwikkelingen om een bijdrage te leveren aan de vergroeningsopgave door het toevoegen van 8m2 groen per woning. Maar dergelijke projecten brengen ook vaak extra verharding met zich mee. Het is zeer arbeidsintensief en daarmee kostbaar om dit alles administratief bij te houden naast de concrete focus op realisatie.

Vanuit de doorontwikkeling van het groenprogramma aan de hand van eerder genoemde thema’s zijn wij een monitoringssysteem aan het ontwikkelen waarbij vergroening een belangrijke parameter is. We zijn hierover in gesprek met experts om te onderzoeken hoe we middels analyses van luchtfoto’s / satellietbeelden (uit verleden en heden) het verhard en onthard oppervlak kunnen bijhouden. Zo zouden we op een goede manier inzicht krijgen in de ontwikkeling van verharding in de stad. Daarbij is het continue afwegen van belang over hoe specifiek we het inzicht willen (tot op de m2 danwel grover) in relatie tot inzet van middelen en capaciteit.

2. Niet alles wat onthard is, is gelijk ook “groen”. Om inzicht te krijgen in de CO2-opnamecapaciteit van de stad zijn we benieuwd naar de ontwikkeling van het type onthard oppervlak in de afgelopen 10 jaar; zoals kale grond, gras, struiken en bomen.

De afgelopen jaren zie je steeds meer aandacht voor de kwaliteit van het groen. Naast het kwantitatieve streven naar 10% ontharding van de openbare ruimte bij onderhoudsprojecten of het toevoegen van 8m2 per nieuwe woning, wordt er ook steeds meer gestuurd op de kwalitatieve inrichting. Het gaat daarbij niet alleen om het klimaat, maar bijvoorbeeld ook om biodiversiteit door het toepassen van meer inheemse beplanting en variatie in structuur (gras/ struiken/ bomen).

We sturen al jaren in toenemende mate aan op klimaat en biodiversiteit bij nieuwe groeninrichtingen. Waar 10 jaar geleden de struiklaag grotendeels buiten beeld bleef bij nieuwe ontwerpen, waardoor gazon en bomen verhoudingsgewijs het meest voorkwamen, zijn die verhoudingen nu gewijzigd. Bomen worden nu dikwijls vergezeld door vaste planten, een struiklaag of kruidenrijk gras. Daardoor kunnen de bomen beter presteren en verbetert hun CO2 opnamecapaciteit. Een grove inschatting bij nieuwe ontwerpen in de openbare ruimte is dat er 15% gazon wordt toegepast, 15% kruidenrijk gras, 70% struiken en vaste planten. Binnen deze profielen worden bomen geïntegreerd, vooral bij struiken/vaste planten.

3. Hoe staat het met de ontwikkeling van het aantal bomen?

Eindhoven is een echte bomenstad. Daarmee kwamen we op plek 31 van groenste steden wereldwijd (zie artikel), en op plek 2 in Nederland (zie artikel). We hebben niet alleen veel bomen, maar ook een rijke variatie aan soorten. Dit koesteren we als deel van de identiteit van de stad, maar ook door de bijdrage die bomen kunnen leveren aan de klimaat- en biodiversiteitsopgave. We zetten daarom in op de kwantiteit van de bomen, zoals ook verwoord in het Bestuursakkoord om per nieuwe inwoner een boom te planten. Daarnaast zetten we ook in op de kwaliteit van de bomen. Door middel van groeiplaatsverbetering zorgen we ervoor dat bomen langer kunnen leven en groter kunnen worden. Hoe groter de boom, hoe groter de CO2-opnamecapaciteit. Dit betekent soms ook dat een boom moet wijken om een andere boom door te laten groeien.

Wij hebben daarbij inzichtelijk hoeveel bomen er jaarlijks worden aangeplant. Jaarlijks zijn dat er tussen de 2.000 en 3.000, om bomen die (om verschillende redenen) gekapt moeten worden te vervangen (de 109k individueel geregistreerde bomen hebben een gemiddelde levensduur van ~40 jaar). Om de ontwikkeling en impact van die bomen beter inzichtelijk te maken onderzoeken we of we stadsbreed via satellietbeelden de “kroondekking” van onze bomen kunnen monitoren. Dat wil zeggen, de omvang van boomkronen bij elkaar opgeteld. Deze kroonoppervlakte of volume zegt namelijk meer over de zogenaamde ecosysteemdiensten (bv. CO2-opnemen, tegengaan hittestress) die bomen leveren dan het aantal bomen. Wij nemen het afgelopen decennium mee in dit onderzoek.

Om kroondekking te optimaliseren sturen we voornamelijk aan op het in goede conditie brengen en houden van bestaande bomen. De Verordening Bomen helpt ons bij de boombescherming. Daarnaast verbeteren wij de groeiplaatsen van bestaande bomen. De snelheid waarmee dat gebeurt wordt bepaald door de financiële middelen die we hiervoor tot onze beschikking hebben. We hebben daarbij een inhaalslag te maken, ook gezien het belang van de ondergrondse groeiplaats in het verleden niet voldoende werd ingezien.

4. Alles hierboven beschouwend:
a. Wat is de ontwikkeling in de CO2-opnamecapaciteit in Eindhoven over de afgelopen 10 jaar?

Het is geen sinecure om hiervoor een getal op te hoesten. Er wordt op het moment zelfs nog veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de CO2 opslagcapaciteit in steden. De kansen liggen enerzijds bij koolstof vastlegging in de vegetatie en de bodem, en anderzijds bij het toepassen van de vrijkomende biomassa in de circulaire economie. In de Benchmark Gemeentelijk Groen zijn in 2019 schattingen gemaakt van de CO2-vastlegging in het gemeentelijk groen door heel Nederland binnen de bebouwde kom. Dit betreft dus alle door de gemeente beheerde terreinen. De totale jaarlijkse CO2-vastlegging hier wordt geschat op bijna 0,8 Mton CO2/jaar. Ter vergelijking: het Nederlandse bos legt jaarlijks netto 2,4 Mton CO2 vast.

Ondergronds ligt de winst voor CO2 opname in de hoeveelheid humus in de bodem. Humus is zeer stabiel organisch materiaal, dat maar heel langzaam wordt afgebroken en daarmee duurzaam CO2 vastlegt. Het wordt opgebouwd door constant organische stof toe te voegen aan de bodem. Een bodem die rijk is aan organische stof buffert niet alleen CO2, maar houdt ook beter water vast in droge periodes, draineert beter in natte periodes en bevat een grote diversiteit aan bodemleven. Een gezonde, humusrijke bodem draagt dus bij aan alle 4 onze groen-thema’s. Hetzelfde geldt ook voor koolstof vastlegging in de vegetatie – ook daar snijdt het mes aan vele kanten.

Door circulair gebruik van hout wordt de CO2 opname capaciteit ook verhoogd. Bij toepassing van hout als constructiehout blijft gedurende de levensduur van het product het koolstof vastgelegd. Ook wordt uitstoot van CO2 voorkomen als de inzet van houtige materialen een vermindering van het gebruik van metaal, beton of plastic betekent. De ‘koolstof-voetafdruk’ van deze andere materialen is meestal vele malen groter dan die van hout. Wel is het zo dat dood hout van enorme waarde is voor de biodiversiteit. Bij circulair gebruik van hout moet dus een balans gezocht worden tussen CO2 opslag en biodiversiteit bevordering. Gelukkig wordt de koolstof in dood hout bij het vergaan ook weer deels opgenomen in de bodem.

Hoe we bovenstaande kennis gebruiken om de CO2 opslag in Eindhoven te optimaliseren, lichten we in de vragen hieronder toe.

b. Hoe is daarop gestuurd?

- De Verordening Bomen 2021 beschermt houtopstanden in de gemeente, zowel op gemeentegrond als op particulier terrein.

- We passen groeiplaats verbeterende maatregelen toe onder andere bij monumentale bomen, bijvoorbeeld door het verhogen van organische stof gehalte en toevoegen van onderbeplanting. We gaan daarmee door in 2023.

- We vergroten boomspiegels en ondergrondse groeiplaatsen.

- We schoffelen niet meer in boomspiegels, maar maaien een paar keer per jaar. Hierdoor neemt CO2 opslag in de bodem toe.

- We kiezen ervoor om dood hout te laten liggen waar dat kan, en accepteren dat de opgeslagen koolstof deels vertraagd vrijkomt als CO2, en deels wordt opgenomen door het bodemleven.

- Missie bladgoud – we houden zoveel mogelijk blad vast in beplanting, of composteren blad om later weer aan boomspiegels en beplanting toe te voegen.

- We maaien minder. We hebben al 150.000 m2 gazon omgezet naar kruidenrijk gras. In de rest van de collegeperiode voegen we nog gemiddeld 100.000 m2 toe.

- We snoeien struiken minder en kronen bomen minder op. De gemeente en (medewerkers van) aannemer beoordelen nut en noodzaak van snoei niet meer op beeld maar op duurzame instandhouding en bloeibevordering van struiken.

- We koesteren oude bomen. We passen enkel risico-gestuurd beheer toe om bomen zo lang mogelijk overeind te houden.

- We planten landschapselementen aan in het buitengebied, zoals houtwallen en struweel.

- We sturen aan op circulair gebruik van ons hout. Op Parkforum hebben we een flinke voorraad hazelaar palen, boomstammen en stobbes die zijn vrijgekomen uit gemeentelijk bos en dergelijke. Deze zijn voor divers gebruik zoals voor het afzetten van de groeiplaats van (monumentale) bomen, voor antiparkeervoorziening, om paden en objecten in het buitengebied af te sluiten, voor natuurbouw, als schuilplaats voor fauna bij poelen of bij bosaanplant, etc.

- Beheer van de Urkhovense Zegge stuurt aan op vernatting. Hier liggen veenbanken in de bodem waar veel koolstof ligt opgeslagen, dat vrijkomt als CO2 wanneer het verdroogt. Ook is aangestuurd op het voorkomen van CO2 uitstoot:

- Bij aanbestedingen passen we standaard de CO2 prestatieladder toe.

- We stellen eisen aan de uitstoot van CO2 door aannemers. Voorlopige resultaten zijn:

  • Integraal onderhoud Stratum 2022 t.o.v. 2021 8% minder CO2 uitstoot
  • Integraal onderhoud Strijp 2 2022 t.o.v. 2021 12% minder CO2 uitstoot
  • Integraal onderhoud Woensel Noord 2 2022 t.o.v. 2021 12% minder CO2 uitstoot

c. Welke concrete plannen worden in 2023 hiervoor ontwikkeld?

- We gaan CO2 opslag in vegetatie beter in kaart brengen middels het programma TreeTracker. In 2022 is een pilot gedraaid met TreeTracker. Dit programma van cyclomedia signaleert bomen middels een Deep Learning algoritme vanuit een camera op een rondrijdende auto. Het algoritme bepaalt waar bomen aanwezig zijn, en registreert hun stamdiameter en kroonvolume. Op basis daarvan wordt de “eco impact” van de boom berekend, waaronder de CO2 opslag en CO2 opname per jaar, maar ook fijnstof filtering, waterretentie en structurele waarde. Bovendien vergelijkt het algoritme de gevonden bomen met het bomenbestand, waardoor geregistreerd wordt of er bomen missen in het bestand of juist bomen staan die niet in ons bomenbestand staan opgenomen. In 2023 gaan we Tree Tracker aanbesteden.

De resultaten van de pilot tonen we hieronder:

- We ontwikkelen komende jaren een nieuw Beheerkader Groen (planning gereed 2025), waar een omslag plaatsvindt van “beeld-gestuurd” groenbeheer naar “effect gestuurd” groenbeheer. We koppelen de doelen aan de thema’s van het groenprogramma, zoals klimaatadaptatie en biodiversiteit. Het nieuwe groenbeheer heeft een betere CO2 opslag tot gevolg.

- Er is een rekentool in ontwikkeling voor de realisatie van groen bij nieuwbouwontwikkelingen. Deze sluit aan bij de rekentool voor de wateropgave. Een hoge kwaliteit groen (bv bomen op maaiveld) wordt beloond en een lage kwaliteit (gazon/ sedum dak) levert een verhoogde groenopgave op.

- In 2022 is een “groeiplaatstool” ontwikkeld. Die borgt een toereikende grootte en kwaliteit ondergrondse groeiplaats voor nieuw aan te planten bomen.

d. Welke mogelijkheden zijn nog onbenut om de lokale CO2-opname te versterken?

Veel punten die hierboven beschreven staan, gebeuren nog als proef of pilot. Afhankelijk van de resultaten en de beschikbare middelen kunnen en willen we opschalen en maatregelen planmatig inregelen. Zo zetten we al fors in op het omzetten van gazon naar kruidenrijk gras. En ook Missie Bladgoud, dat internationaal aandacht krijgt, krijgt een vervolg. Daarnaast zal het in ontwikkeling zijnde monitoringssysteem ons inzicht moeten gaan verschaffen in de mogelijkheden die er liggen. In vrijwel alle steden is een groeiende besef rondom het belang van groen en bodemkwaliteit. We zien dat Eindhoven een van de voorlopers is in het antwoord bieden op deze ontwikkelingen, hoewel er per thema/project ook verschillen in tempo zitten. Kijkend naar de rekentool, groeiplaatstool, ons bomenbeleid en de Missie Bladgoud worden we vaak als voorbeeld genoemd.

5. Een groot deel van Eindhoven is in particulier bezit (bijvoorbeeld tuinen). Wij merken dat er ten tijde van de klimaat- en biodiversiteitscrises ook daar nog de nodige bomen gekapt worden en tuinen verhard.
a. Wat is de ontwikkeling van het aantal bomen waarvoor een kapvergunning is verleend voor particulieren?

Voor alle terreinen met een grondoppervlak van groter dan 250m2 is een kapvergunning nodig bij het kappen van bomen. Op deze manier zijn de bomen beschermd. Wanneer het toch noodzakelijk is bomen te kappen, gelden er weer regels om de te kappen bomen te compenseren. Deze regels zijn erop gericht om uiteindelijk minimaal gelijkwaardige groene kwaliteit weer terug te krijgen. Jaarlijks worden er zo’n 200 kapaanvragen behandeld. Iedere aanvraag wordt apart getoetst op de vereisten uit de Verordening Bomen. Er wordt vanwege arbeidsintensieve redenen niet bijgehouden hoeveel bomen er via vergunningen daadwerkelijk gekapt worden, hoeveel daarvan een particulier terrein betreft en wat precies de compensatie bedraagt. Wel onderzoeken we dus de mogelijkheid om de hoeveelheid groen en verharding bij te houden via satellietbeelden, om meer naar (beoogde) impact en kwaliteit te kijken.

b. Hoe ontmoedigt de gemeente bomenkap?

Via de Verordening Bomen en op zo veel mogelijk manieren/plekken het verhaal over het belang van bomen te vertellen.

c. Welke middelen heeft de gemeente tot haar beschikking om particuliere tuinen te ontharden en te vergroenen (stimulerend, verplichtend, faciliterend, inspirerend, informerend)? En worden die al benut?

We ondernemen actie in de richting van zowel stimuleren, faciliteren, inspireren en informeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld via

- onze subsidie “tegel eruit, groen erin” (sinds 2018 zijn 139 aanvragen gehonoreerd, waarbij totaal 5.129 m2 verharding is verwijderd),

- communicatiemiddelen die worden verschaft door ons lidmaatschap van Operatie Steenbreek,

- het project “Actief Ontharden en Vergroenen” dat zich richt op zichtlocaties en gecombineerd wordt met informeren van omwonenden,

- communicatie over onze subsidies bij straatvernieuwingen/ onderhoudsprojecten

In 2023 intensiveren we de communicatie rondom onze subsidie door deel te nemen aan het “NK Tegelwippen”. We verwachten grote slagen te maken in samenwerking met de woningbouwcorporaties in het duurzaamheidspact. Een gezamenlijk project dat enkele jaren al succesvol is, is de Groene Wijkweek. (Groene Wijk Week). Daarnaast zijn we met de corporaties in gesprek om afspraken te maken over het ontharden van tuinen wanneer er een wisseling van huurder plaatsvindt, en het opnemen van een maximum hoeveelheid tuinverharding in hun beleid. We verwachten medio 2023 hier duidelijkheid over te kunnen geven.